Wat is goed: ‘Ik, die heel actief ben’ of ‘Ik, die heel actief is’?
Juist is ‘Ik, die heel actief ben’. Bijvoorbeeld: ‘Ik, die heel actief ben, neem ook geregeld rust.’
In de zin ‘Ik, die heel actief ben, neem ook geregeld rust’ is die heel actief ben een bijzin. Deze bijzin heeft als onderwerp die. Het woord die is een betrekkelijk voornaamwoord.
Omdat die terugverwijst naar ik, dat een eerste persoon enkelvoud is, staat de persoonsvorm ook in de eerste persoon enkelvoud. Daarom is ben juist. Het hangt er dus vanaf waar die naar terugverwijst. Nog een paar voorbeelden:
- Hoe kun jij, die dat boek niet gelezen hebt, weten dat het een stom boek is? (Hier verwijst die naar jij, een tweede persoon enkelvoud. Daarom is hebt goed - de persoonsvorm van de tweede persoon.)
- En toen beweerde zij, die nooit bij die vergaderingen aanwezig is, precies te weten hoe het was gegaan. (Hier verwijst die naar zij, een derde persoon enkelvoud. Daarom is is goed - de persoonsvorm van de derde persoon.)
Zulke zinnen komen niet vaak voor. Veel gebruikelijker zijn zinnen als:
- Ik ben iemand die heel actief is, maar ik neem ook geregeld rust.
- Zelfs ik - iemand die heel actief is - neem geregeld rust.
- Jij hebt dat boek niet gelezen, dus jij bent niet degene die er een oordeel over kan hebben.
In deze zinnen hoort die steeds bij een derde persoon, namelijk degene of iemand. Daarom is de persoonsvorm een derde persoon enkelvoud.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!