De naslagwerken maken soms wel onderscheid, maar zijn het er dan niet over eens welke betekenis bij welk woord hoort. In de praktijk worden deze werkwoorden door elkaar gebruikt. Het lijkt er wel op dat knarsetanden iets vaker wordt gecombineerd met woorden als jaloezie, machteloze woede, spijt en frustratie. Tandenknarsen komt misschien iets vaker voor in combinatie met woorden als woede/boosheid, ongeduld en spanning.

Tandenknarsen is een werkwoord dat bestaat uit het zelfstandig naamwoord tand en het werkwoord knarsen. Op die manier worden veel werkwoorden gevormd; denk bijvoorbeeld aan huishouden, stofzuigen, videobellen en slaapwandelen. Knarsetanden is gevormd met dezelfde woorden, maar hierin komt eerst het werkwoord en daarna pas het zelfstandig naamwoord. Samengestelde werkwoorden van dit type zijn erg zeldzaam en worden niet meer nieuw gevormd. Andere voorbeelden zijn stampvoeten, klappertanden, schokschouderen en trekkebekken.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!