Wat betekent op je tandvlees lopen en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Als je op je tandvlees loopt, wil dat zeggen dat je bijna niet meer verder kunt: je bent doodmoe. Bijvoorbeeld omdat je na uren wandelen nog geen cafeetje hebt gevonden om iets te drinken, of omdat je zo hard hebt gewerkt dat je (bijna) uitgeput bent. Op je tandvlees wil dus zeggen dat je je allerlaatste krachten moet aanspreken.
Het tandvlees is het zachte weefsel waarmee de randen van de kaakbeenderen bekleed zijn en waarin de tanden zitten. Tandvlees werd vroeger ook figuurlijk gebruikt voor heel iets anders, namelijk: de randen van de schoenen, vlak boven de zool. Op je tandvlees lopen betekende dat het bovenleer van iemands schoenen bijna de grond raakte doordat de zolen helemaal versleten waren. Omdat er bijna geen zool meer over was, stond zo iemand dus zo ongeveer op de randen van het bovenleer van de schoen. De afgesleten zool werd dus vergeleken met een afgesleten gebit, en de randen van het bovenleer met het tandvlees.
Op je tandvlees lopen betekende eerst ‘op zeer versleten schoenen lopen’. Daarna werd de betekenis ‘erg arm zijn’. Als je immers op zulke versleten schoenen loopt, heb je kennelijk écht geen geld om nieuwe schoenen (of zolen) te kopen. Later kreeg op je tandvlees lopen de betekenis ‘op zijn, er helemaal doorheen zitten, doodmoe zijn’.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!