In sommige gevallen gebruiken auteurs dergelijke afwijkingen met opzet; dan worden het stijlfiguren genoemd en wordt er (meestal) geen bezwaar tegen gemaakt.

Enkele bekende stijlfouten:

contaminatie
Een contaminatie is een verhaspeling van twee begrippen. Voorbeelden van constructies die als contaminaties worden beschouwd zijn: als muzikant zijnde, ‘Die koffer weegt zwaar’ en ‘Dat kost duur’. Soms raken contaminaties zo ingeburgerd dat ze niet meer als fout worden gezien; ‘Dat klopt als een bus’ is daar een voorbeeld van. Een ander voorbeeld is overnieuw, dat sinds 2005 in het officiële Groene Boekje staat.

pleonasme en tautologie
Bij een pleonasme wordt een eigenschap die een begrip toch al heeft, nog eens expliciet genoemd. Dat gebeurt bijvoorbeeld in combinaties als witte sneeuw en een ronde bal.
Bij een tautologie wordt een begrip twee keer genoemd: enkel en alleen, gratis en voor niets, open en bloot, enz. Tautologieën worden vaak als stijlfiguur gebruikt.
Zie ook deze pagina over het verschil tussen pleonasmen en tautologieën.

tante betje
Een tantebetjezin is een zin waarin twee of meer delen gekoppeld worden door en, want of maar, en waarin in het tweede deel ten onrechte inversie (dat is het omdraaien van persoonsvorm en onderwerp) wordt toegepast. Een voorbeeld is de zin: ‘We gaan volgende week op vakantie en komen we pas over drie weken weer thuis.’

foutieve samentrekking
Een voorbeeld van een foutieve samentrekking is ‘Die film is erg goed en mag je niet missen!’ In ‘Die film is erg goed’ is die film onderwerp; in ‘(die film) mag je niet missen’ is die film lijdend voorwerp. Omdat die film niet dezelfde functie heeft, is deze samentrekking niet juist. Wel juist is: ‘Die film is erg goed en die mag je niet missen’ of ‘Die film is erg goed en je mag hem niet missen.’

zeugma
Een zeugma (spreek uit: ‘zuig-ma’) is een zin waarin een werkwoord of bijvoeglijk naamwoord wordt verbonden met twee andere woorden, terwijl het eigenlijk maar bij één van de twee hoort, of op het een anders betrokken is dan op het ander. Voorbeelden: ‘Hier zet men thee en over’, ‘Voer eendjes, geen oorlog.’

malapropisme
Malapropismen zijn verhaspelingen van woorden of uitdrukkingen, vaak met een komisch effect. Voorbeelden zijn ‘Iemand moet de kar dragen’, ‘Slapende honden bijten niet’, ‘Je moet een adviseur in de armen nemen’ en ‘Zij is niet te stuiteren in haar enthousiasme.’ 

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag