Wat is juist: ‘Na de nederlaag zon het team op wraak’ of ‘Na de nederlaag zinde het team op wraak’?
Juist is: ‘Na de nederlaag zon het team op wraak.’ De vorm zinde is juist in bijvoorbeeld: ‘Het nieuwe trainingscomplex zinde het team wel.’
Zinnen - zon - gezonnen
Het werkwoord zinnen heeft twee vervoegingen. In de betekenis ‘denken aan/over, broeden op’ is zon - gezonnen juist. Bijvoorbeeld:
- De docent zon op een betere manier om de theorie uit te leggen.
- Er wordt gezonnen op maatregelen die het dreigende tekort moeten opvangen.
- Het team heeft sinds het vorige toernooi twee jaar op wraak gezonnen.
Zinnen - zinde - gezind
In de betekenis ‘naar de zin zijn, bevallen’ heeft zinnen een zwakke vervoeging: zinde - gezind. Bijvoorbeeld:
- Het vooruitzicht van een vrije middag zinde me wel.
- Het zinde haar niet dat ze maar zo weinig kon trainen.
- Deze situatie heeft ons nooit erg gezind.
Andere voorbeelden
Er zijn meer werkwoorden die een sterke en een zwakke vervoeging hebben, waarmee dan ook een betekenisverschil samenhangt:
- Krijten is zwak in de betekenis ‘met krijt bestrijken’ en sterk in de (niet meer zo gebruikelijke) betekenis ‘schreeuwen’:
- De biljarter krijtte zijn keu.
- ‘Kijk uit, achter je!’, kreet het publiek.
- Plegen is zwak in de betekenis ‘verrichten, doen, uitoefenen’ en sterk in de betekenis ‘de gewoonte hebben’:
- Hij had geen spijt toen hij die overval pleegde.
- Ons gezin placht iedere zondag naar de kerk te gaan.
(zie voor meer voorbeelden deze pagina)
- Pluizen is zwak in de betekenis pluis afgeven’ en sterk in de betekenis ‘schoonmaken, uit elkaar trekken’:
- Die trui pluisde heel erg.
- Hij ploos en rafelde het touw.
- Prijzen is zwak in de betekenis ‘van een prijs voorzien’ en sterk in de betekenis ‘loven, eren’:
- De producten zijn als het goed is allemaal geprijsd.
- Hij prees de kinderen voor hun goede gedrag.
- Scheppen is zwak in de betekenissen ‘ergens uit halen en verplaatsen’ of ‘zich verwerven, opdoen’ en sterk in de betekenis ‘maken, creëren’:
- Ze schepten allemaal hun bord vol.
- Zij schiep een geheel eigen sfeer in haar romans.
(zie voor meer voorbeelden deze pagina)
- Scheren is zwak in de betekenis ‘rakelings en snel passeren’ en sterk in de betekenis ‘kort afknippen’:
- De bal scheerde langs de lat.
- Hij had zich niet geschoren.
- Stijven is zwak in de betekenis ‘sterken, aanzetten’ en sterk in de betekenis ‘met stijfsel behandelen’:
- Dat stijfde mij in mijn beslissing.
- Hij droeg een gesteven overhemd.
- Uitscheiden is zwak in de betekenis ‘naar buiten doen komen’ en (ook) sterk in de betekenis ‘ophouden met’:
- De bange pad scheidde gif uit.
- Na 25 jaar schee (scheidde kan ook) onze huisarts ermee uit.
- Wassen is zwak in de betekenis ‘schoonmaken’ en sterk in de (verouderde) betekenis ‘groeien’:
- Stanley waste zijn auto.
- Op dit land wies vroeger het koren’.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!