Sommige woordenboeken noemen ook de sterke vervoeging orf - georven. Orf is wat ongebruikelijk, maar georven komt geregeld voor. Volgens de Dikke Van Dale is georven “volkstaal, bekakt en schertsend”. Georven wordt in een zin als ‘Ik heb messenleggers georven van mijn oma’ dus bijvoorbeeld voor de grap gezegd.

Er zijn meer werkwoorden waarvan het voltooid deelwoord een variant heeft die vooral in informeel taalgebruik voorkomt en vaak voor de grap gebruikt wordt. Zulke vormen komen bijvoorbeeld uit een streektaal (gehongen in plaats van gehangen, gerokken in plaats van gerekt) of zijn verzonnen (gesnopen in plaats van gesnapt). Het gaat vrijwel altijd om het voltooid deelwoord. Onvoltooid verleden tijden als orf en hong worden zelden gebruikt.

werkwoord normale vervoeging niet-neutrale vorm
bellen belde - gebeld gebolen
breien breide - gebreid gebreeën
erven erfde - geërfd georven
geven gaf - gegeven gegoven
hangen hing - gehangen gehongen
inruilen ruilde in - ingeruild ingerolen
merken merkte - gemerkt gemorken
omruilen ruilde om - omgeruild omgerolen
opbellen belde op - opgebeld opgebolen
opvreten vrat op - opgevreten opgevroten
pijpen pijpte - gepijpt gepepen
plegen pleegde - gepleegd geplogen
plukken plukte - geplukt geplokken
reizen reisde - gereisd gerezen
rekken rekte - gerekt gerokken
ruilen ruilde - geruild gerolen
snappen snapte - gesnapt gesnopen
uitleggen legde uit - uitgelegd uitgelegen
uitrekken rekte uit - uitgerekt uitgerokken
uitvreten vrat uit - uitgevreten uitgevroten
vegen veegde - geveegd gevogen
verhuizen verhuisde - verhuisd verhozen
verwennen verwende - verwend verwonnen
vreten vrat - gevreten gevroten
zweven zweefde - gezweefd gezwoven

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!