Waar komt de hoofdletter als de zin begint met een woord tussen haakjes?
Het eerste woord van de zin krijgt een hoofdletter – ook als dat tussen haakjes staat. Bijvoorbeeld: ‘(Gemeentelijke) subsidies helpen bij de energietransitie.’
De hoofdregel is dat het eerste woord van een zin een hoofdletter krijgt. In sommige gevallen wordt daarvan afgeweken, namelijk:
- als de zin begint met een verkort woord dat uit een apostrof en één letter bestaat (bijvoorbeeld ’s, ’t of ’n), krijgt het daarop volgende woord een hoofdletter: ’s Avonds ben ik snel moe. ’t Is toch te gek!
- als de zin begint met een cijfer of een symbool, vervalt de beginhoofdletter: 75 aanwezigen stemden voor. @-tekens komen vooral in mailadressen voor.
Als het eerste woord van de zin tussen haakjes staat, krijgt dat wél een hoofdletter; het woord kan inhoudelijk gezien weliswaar worden weggelaten, maar het staat er wel. Na de haakjes komt geen tweede hoofdletter:
- (Gemeentelijke) ambtenaren mengen zich in het landelijke debat.
- (Vermeende) daders hebben recht op een advocaat.
Het zal overigens niet zo vaak voorkomen dat een zin begint met een woord tussen haakjes: veel zinnen beginnen met een zogenoemd functiewoord (lidwoord, voorzetsel, voegwoord of voornaamwoord), en zo’n woord is zelden of nooit weglaatbaar.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!
Hoofdletter aan het begin van de zin:
- (Gemeentelijke) ambtenaren mengen zich in het landelijke debat.
- (Vermeende) daders hebben recht op een advocaat.
- (Groot)ouders helpen geregeld op scholen.
- (Brom)fietsen verboden.
- ’s Avonds ben ik snel moe.
- ’t Is toch te gek!
- ’s Morgens zijn ze op hun best.
- ’s-Gravenhage is de chique benaming van Den Haag.
Geen hoofdletter aan het begin van de zin:
- 75 aanwezigen stemden voor.
- @-tekens komen vooral in mailadressen voor.