Wat is juist: ministerie van Buitenlandse Zaken of Ministerie van Buitenlandse Zaken?
Voor beide schrijfwijzen is wat te zeggen. Wij raden aan om ministerie van Buitenlandse Zaken te schrijven: ministerie als ‘gewoon woord’ met kleine letter, het beleidsterrein met hoofdletters. Deze schrijfwijze staat in de woordenboeken van Van Dale, in veel kranten en in teksten van de Rijksoverheid zelf.
De vraag is of het woord ministerie in ministerie/Ministerie van Buitenlandse Zaken tot de naam behoort of niet.
Soortnaam: ministerie van ...
Wie ministerie als ‘gewoon woord’ ziet, als soortnaam zoals dat heet, schrijft het met een kleine letter. Wij geven de voorkeur aan deze spelling, omdat ministerie vooral een algemene aanduiding is, net als het synoniem departement en woorden als instelling, vereniging, stichting, gemeente, provincie, kantoor of bureau. Al zulke soortnamen krijgen in principe geen hoofdletter. Pas ná de soortnaam volgt de naam; die krijgt de hoofdletter omdat die het ministerie specificeert: bijvoorbeeld Buitenlandse Zaken, Defensie, Infrastructuur en Waterstaat, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Justitie en Veiligheid, etc. De enige uitzondering op deze regel is de ministerienaam Openbaar Ministerie.
Een extra argument voor de schrijfwijze ministerie van Buitenlandse Zaken is dat deze spelling wordt gehanteerd in teksten van de Rijksoverheid zelf. En dan geldt (ook volgens de officiële spelling) het zogeheten donorprincipe: je schrijft een naam zoals de naamgever die zelf schrijft.
Volledige eigennaam: Ministerie van ...
Wie ministerie als deel van de naam beschouwt, schrijft Ministerie van Buitenlandse Zaken. De officiële spelling geeft daar de voorkeur aan, maar veel ministeries zien dat dus zelf anders.
Volgens de officiële spelling is ministerie wél met een kleine letter als de naam van het ministerie verkort wordt, omdat het dan niet meer om de volledige officiële naam gaat. Het is dus Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, maar ministerie van Binnenlandse Zaken.
Wat ons betreft is er niets op tegen om ministerie in alle gevallen met een kleine letter te schrijven – of het nu gaat om de volledige naam of niet.
Verkortingen zonder ministerie: Defensie, Buitenlandse Zaken
Wordt de naam van het departement weergegeven zonder ministerie van ervoor, dan blijven de hoofdletters van de naam intact:
- Hij werkt bij Buitenlandse Zaken.
- Dit behoort tot het domein van Defensie.
Soortnaam ministerie, minister
Als ministerie zonder verdere aanvulling gebruikt wordt in een tekst, is het sowieso een soortnaam en schrijf je het dus met een kleine letter:
- Hier rechtdoor en dan zie je links het ministerie.
- Werkt ze nog bij het ministerie?
De aanduidingen minister en staatssecretaris zijn ook met een kleine letter, net als andere functieaanduidingen. Het is dus: de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Defensie.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!