Wat is juist: ‘Ik besef me dat het moeilijk wordt’ of ‘Ik besef dat het moeilijk wordt’?
‘Ik besef dat het moeilijk wordt’ is juist.
Beseffen betekent ‘goed begrijpen, bewust stilstaan bij’. Als je me toevoegt in een zin als ‘Ik besef dat het moeilijk wordt’, maak je volgens veel mensen een fout. In lijstjes met taalergernissen heeft ik besef me dat ... een hoge notering. Ik besef me, hij besefte zich, wij beseften ons enz. komen echter vaak voor.
Beseffen: niet wederkerend
Het bezwaar tegen ik besef me dat ... is dat beseffen geen wederkerend werkwoord is. Het wordt dus zonder wederkerend voornaamwoord gebruikt. Juist zijn dus:
- Je beseft toch wel dat jullie dan moeten verhuizen? (en niet: je beseft je toch wel ...)
- De auteur besefte nauwelijks dat ze de literatuurprijs gewonnen had. (en niet: de auteur besefte zich nauwelijks ...)
- Ze hebben nooit beseft hoeveel ze aan hun oma te danken hebben. (en niet: ze hebben zich nooit beseft ...)
Zich realiseren: wel wederkerend
Het werkwoord beseffen gedraagt zich dus anders dan bijvoorbeeld zich realiseren, dat wél een wederkerend werkwoord is. In de volgende zinnen moet daarom een wederkerend voornaamwoord staan:
- Ik realiseer me dat het moeilijk wordt. (me is het wederkerend voornaamwoord dat bij ik hoort)
- Jullie realiseren je toch wel dat jullie dan moeten verhuizen? (je is het wederkerend voornaamwoord dat bij jullie hoort)
- Zij hebben zich nooit gerealiseerd hoeveel ze aan hun oma te danken hebben. (zich is het wederkerend voornaamwoord dat bij zij hoort)
Zich beseffen in de Van Dale
De woordenboeken van Van Dale vermelden zich beseffen trouwens wel, maar waarschuwen dat dit “minder juist” is.
Bekijk het tabblad ‘Achtergrond’ voor meer informatie over de ontwikkeling van wederkerende werkwoorden.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!
Waarom hebben veel taalgebruikers de neiging om beseffen wederkerend te maken? Volgens de Taalprof lijkt het erop dat we werkwoorden die een ‘mentale handeling’ beschrijven, graag wederkerend gebruiken. Vergelijk: ‘Ik bedenk me dat ik nog boodschappen moet doen’, ‘Je kunt je wel indenken dat ik schrok!’, ‘Ik geneerde me voor mijn dronken oom’ en ‘Ik nam me voor geen suiker meer te eten.’
Taalkundige Jan Stroop legt in een artikel op Neerlandistiek.nl uit hoe wederkerende werkwoorden ontstaan en weer verdwijnen.