Wat is juist: ‘Twee treinen extra is voldoende’ of ‘Twee treinen extra zijn voldoende’?

Twee treinen extra is niet – zoals je op grond van het meervoud treinen zou verwachten – een meervoudig onderwerp. Het gaat niet om de treinen zelf, maar om het inzetten van twee treinen extra. Dat is wél een enkelvoud, waarbij ook een persoonsvorm in het enkelvoud hoort.

Ook als het onderwerp te omschrijven is met ‘een aantal van ...’ klinkt het enkelvoud beter dan het meervoud:

• Drie bussen is wel erg weinig.
• In Nederland is twee kinderen per gezin heel gebruikelijk. 
• Vier ijsjes per dag is veel te veel! 

Zinnen als ‘Daar staan drie bussen klaar’ en ‘Deze ochtend zijn er al 24 ijsjes verkocht’ zitten anders in elkaar. De onderwerpen drie bussen en 24 ijsjes zijn dan niet een ‘verkorte’ vorm van een enkelvoudig onderwerp, maar duiden echt op drie of 24 zaken. Daarom staat in die zinnen de persoonsvorm ‘gewoon’ in het meervoud.

Een vergelijkbaar zinspaar is:

• Negen maanden is een hele tijd. (‘de periode van negen maanden’)
• Negen maanden zijn voorbijgegaan.

In de Algemene Nederlandse Spraakkunst, de dikste grammatica van het Nederlands, staan de voorbeelden:

• Duizend boeken lijkt me niet veel voor een bibliotheek. (een aantal van duizend boeken)
• Drie glazen bier betekent/betekenen niets voor hem. (enkel- en meervoud allebei mogelijk)
• Ik wist niet dat zestig seconden zo lang konden/kon duren! (enkel- en meervoud allebei mogelijk)