Passe-partout is een Frans leenwoord. Partout betekent ‘overal’ en het werkwoord passer betekent ‘passeren’: een ‘passeer-overal’ zogezegd. Het kan een doorlopende toegangskaart zijn of een kartonnen omlijsting van een foto of plaat.

In het Frans zijn het enkelvoud en het meervoud van passe-partout hetzelfde. Noch de werkwoordsvorm passe, noch het bijwoord partout krijgt een meervoudsuitgang. In het Nederlands zetten we ‘gewoon’ een s achter het woord om er een meervoud van te maken, net als bij talloze andere woorden: check-ups, flapuits, follow-ups, klaar-overs, pootje-overs, shoot-outs, stand-ins, stop-overs.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail