Het woord kandidaat-notaris is een samenstelling waarin notaris het hoofddeel is. Kandidaat is daar een bepaling bij. In het meervoud krijgt alleen het hoofddeel een meervoudsuitgang: kandidaat-notarissen (‘notarissen met de status van kandidaat’).

In dit soort (ongelijkwaardige) samenstellingen is soms het eerste deel van het woord het hoofddeel en soms het tweede; dat hangt van de betekenis af. In bijvoorbeeld directeur-generaal is directeur het kernwoord en staat de bepaling (generaal) erachter. Het juiste meervoud is dus directeuren-generaal.

Enkele andere voorbeelden van dit soort ongelijkwaardige samenstellingen zijn:

  • adjunct-directeur - adjunct-directeuren
  • aspirant-lid - aspirant-leden
  • collega-hoogleraar - collega-hoogleraren
  • rekening-courant - rekeningen-courant
  • secretaris-generaal - secretarissen-generaal

Directeuren-grootaandeelhouders

Samenstellingen die uit twee gelijkwaardige delen bestaan, zoals directeur-grootaandeelhouder en minister-president, zijn een ander geval. Nu zijn er twee hoofddelen: iemand is én directeur, én grootaandeelhouder. Daarom kun je in het meervoud beide delen een meervoudsuitgang geven: directeuren-grootaandeelhouders en ministers-presidenten. Alleen een meervoudsuitgang aan het einde van de combinatie toevoegen kan ook: directeur-grootaandeelhouders, minister-presidenten.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!