Wat is goed: ‘Het schaap liep met zijn lam op de weg’ of ‘Het schaap liep met haar lam op de weg’?
‘Het schaap liep met haar lam op de weg’ heeft sterk de voorkeur.
Taalkundig valt er weinig op het schaap en zijn lam af te dingen. Het woord schaap is immers onzijdig - het krijgt het lidwoord het - en naar onzijdige woorden verwijs je met zijn. Bijvoorbeeld: ‘Het genootschap organiseert een congres voor zijn leden’, ‘Het bedrijf presenteert zijn jaarcijfers.’
Het schaap en haar lam: biologisch geslacht gaat voor
‘Het schaap liep met zijn lam op de weg’ klinkt vreemd. Je denkt hier namelijk onmiddellijk aan een wijfjesschaap, een ooi. Het schaap is in dit geval dus biologisch gezien een vrouwtje. In zulke gevallen gaat het biologische geslacht voor en verwijs je dus met haar naar het het-woord schaap. Vergelijkbaar zijn:
- Het paard liet haar veulen gelukkig meteen bij haar drinken.
- Het merrieveulen stond binnen twintig minuten op haar benen.
- Het kinderboerderijvarken en haar acht biggen trokken veel bezoekers.
- Dit reptiel legt haar eieren op zonnige, onbegroeide, zanderige plekken.
- Het gordeldier houdt haar jongen zes maanden tot een jaar bij zich.
- Het konijn voedt haar jongen hooguit tweemaal per etmaal.
Ook als het om mensen gaat, gaat het biologische geslacht of gender voor het woordgeslacht:
- Het meisje liet stiekem haar scooter opvoeren.
- Het oude dametje belde haar zus elke zondag.
- Het multitalent liet zich van diens beste kant zien.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!