Plasticfolie is een bijzondere samenstelling, omdat het eerste deel (plastic) een bijvoeglijk naamwoord is. Bijvoeglijke naamwoorden schrijf je niet zo snel vast aan het woord waar ze iets over zeggen. In bijvoorbeeld plasticgebruik, plasticfabikant en plasticvanger (een apparaat dat plastic uit het water vist) is plastic een zelfstandig naamwoord. Samenstellingen van twee zelfstandige naamwoorden zijn juist heel gebruikelijk.

Plastic fles

Als plastic een bijvoeglijk naamwoord is, betekent het ‘gemaakt van het materiaal plastic’ en staat het meestal los vóór het woord waarover het iets zegt: een plastic fles, een plastic tasje, plastic speelgoed, enz. Plastic folie is dus ook mogelijk: dan heeft het de letterlijke betekenis ‘folie dat gemaakt is van plastic’.

In plasticfolie zijn de woorden plastic en folie samengesmolten tot een samenstelling. Plasticfolie als één woord benadrukt dat een bepaald soort heel dunne folie bedoeld is of zelfs: een type verpakkingsmateriaal, net als aluminiumfolie en polyesterfolie.

Plasticfolie en plastic fles (klemtoon)

Samenstellingen als plasticfolie hebben vaak maar één hoofdklemtoon, op de eerste lettergreep om precies te zijn (‘plásticfolie’). In woordgroepen zoals plastic fles krijgt juist vooral het laatste woord nadruk (‘plastic flés’). Het verschil is erg subtiel en wordt sowieso lang niet altijd aangehouden.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!