Grillen wordt in het Nederlands met een Nederlandse g-klank en een gewone i-klank uitgesproken. Daarom is de vernederlandste spelling met één l op zichzelf logisch, net als bij gillen, gilde, gegild. Bij werkwoorden als passen (‘een pass geven’) en baseballen is het anders: de a’s in deze woorden worden nog wel op z’n Engels uitgesproken. Daarom behouden deze werkwoorden in hun vervoeging de dubbele medeklinker: ‘Ze passte de bal naar de spits’ en ‘Hij heeft op hoog niveau gebaseballd.’

Toch is ook de vervoeging grillde - gegrilld verdedigbaar. Het voordeel is dat het Engelse woord grill nu meteen herkenbaar is als kern van dit werkwoord. Iets vergelijkbaars geldt voor de volgende werkwoorden:

  • crossen - croste/crosste - gecrost/gecrosst
  • killen - kilde/killde - gekild/gekilld
  • stressen - streste/stresste - gestrest/gestresst
  • tossen - toste/tosste - getost/getosst
  • yellen - yelde/yellde - geyeld/geyelld

De vervoegingen waarin de medeklinker wordt verdubbeld, zijn dus officieel niet juist, maar komen desondanks veel voor.

Overigens krijgen de zelfstandige naamwoorden die bij deze werkwoorden horen wél altijd een dubbele medeklinker, ook in de officiële woordenlijst: grill, grillrooster, cross, crossfiets, stress, stressbestendig, stressgerelateerd, toss, tossmunt, yell.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!