Begroeiing is afgeleid van het werkwoord begroeien. Achter de stam begroei (het hele werkwoord zonder -en) wordt de uitgang -ing geplaatst: begroeiing. Als er twee i’s achter elkaar staan, is er geen trema nodig. (Zie ook de pagina over klinkerbotsing.)

Vergelijkbare gevallen:

  • eindigend op -aaiing: draaiing, uitzaaiing, verdraaiing, verfraaiing;
  • eindigend op -eiing: heiing, proefheiing, plaveiing;
  • eindigend op -oeiing: afvloeiing, beschoeiing, besproeiing, bevloeiing, uitroeiing, vergroeiing, vloeiing, volgroeiing;
  • eindigend op -ooiing: glooiing, mineraallooiing, ontplooiing, verstrooiing, voltooiing;
  • eindigend op -uiing: kruiing, opruiing, spuiing, vertuiing.

Hetzelfde verschijnsel doet zich voor bij woorden die op -ig eindigen, zoals:

  • eindigend op -aaiig: lawaaiig, haaiig;
  • eindigend op -eiig: heiig, kleiig, eeneiig, twee-eiig, drie-eiig, viereiig;
  • eindigend op -oeiig: broeiig, goeiig;
  • eindigend op -ooiig: klooiig, looiig;
  • eindigend op -uiig: buiig, uiig.

Let op: het is wel bemoeienis, niet bemoeiienis. Hierbij is achter de stam van het werkwoord (bemoei) het achtervoegsel -enis geplaatst.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail