Kun je zeggen: ‘Als muzikant zijnde kan ik dit wel waarderen’?
Het is een twijfelgeval. Deze formulering is in elk geval goed: ‘Als muzikant kan ik dit wel waarderen.’
Volgens verschillende bronnen bevat deze zin een contaminatie (verhaspeling) van als muzikant en muzikant zijnde. Toch is dat niet zeker; muzikant zijnde is namelijk een heel ongebruikelijke formulering. Hoe dan ook geldt dat ‘Als muzikant kan ik dit wel waarderen’ volgens de taalnorm een betere zin is dan ‘Als muzikant zijnde kan ik dit wel waarderen’ .
Grammaticale uitleg
In ‘Als muzikant (zijnde) kan ik dit wel waarderen’ is als muzikant (zijnde) een bepaling van gesteldheid. Dat betekent dat de zin een soort verkorte vorm is van ‘Ik kan dit wel waarderen omdat ik muzikant ben.’ In deze zin is omdat ik muzikant ben een naamwoordelijk gezegde: muzikant is het naamwoordelijk deel. De bepaling van gesteldheid kun je beschouwen als een korte vorm van het naamwoordelijk gezegde.
‘Muzikant kan ik dit wel waarderen’ zou een vreemde zin zijn. Er moet iets bij: dat kan als zijn en vroeger ook het tegenwoordig deelwoord zijnde: ‘Als muzikant ...’, 'Muzikant zijnde ...’. De neiging om als én zijnde erbij te zetten is te verklaren als een behoefte om de bepaling van gesteldheid duidelijker te markeren. Deze bepaling heeft namelijk vaak de vorm van het tegenwoordig deelwoord. Zinnen als ‘Mopperend ruimde hij de rotzooi op’ en ‘Lachend keek opa toe’ zijn immers heel gebruikelijk.
De kritiek op zinnen als ‘Als muzikant zijnde kan ik dit wel waarderen’ en ‘Je krijgt als moeder zijnde altijd op- en aanmerkingen’ is dus eigenlijk: je hebt met als al voldoende duidelijk gemaakt dat er een bepaling van gesteldheid in de zin zit. Het is niet nodig zijnde toe te voegen.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!