Als twee zinnen met een voegwoord tot één zin gecombineerd worden, staat er vaak een komma tussen de zinnen. Het voegwoord dat is een uitzondering. Voor dat staat over het algemeen geen komma:

  • Het is zeker dat zij naar Leeuwarden verhuist.
  • Ik dacht dat je ook zou komen.
  • Je zag aan de bomen dat de winter in aantocht was.
  • Ik heb nooit beweerd dat ik het leuk vond.

Als we bij het (voor)lezen van een zin een duidelijke rustpauze horen voor dat, is het overigens goed om deze komma ook te schrijven. Dit is bijvoorbeeld het geval als de zin voor dat heel erg lang is: ‘Ik heb er jaren geleden in het bijzijn van collega's, vrienden en familie al eens op gezinspeeld, dat ik in de toekomst naar het buitenland hoop te verhuizen.’

In een zin als ‘Het huis(,) dat je daar ziet, kost een miljoen’ is dat geen voegwoord, maar een betrekkelijk voornaamwoord. In dat geval gelden andere kommaregels.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail