1. c
De springbok is een antilope uit zuidelijk Afrika. Met zijn kenmerkende stuitersprongen toont hij zijn goede conditie aan rivalen en potentiële partners. En ook aan roofdieren zoals de leeuw. Die weet ook dat hij weinig kans maakt als de springbok hem in de smiezen heeft.
2. b
De ringstaartmaki behoort tot de lemuren. Geurstoffen spelen bij deze halfapen van het eiland Madagaskar een belangrijke rol bij het bepalen van de hiërarchie. Bij de polsen bevinden zich belangrijke geurklieren. Na het opwarmen in de ochtendzon brengen de ringstaartmaki’s de geurstof over op hun staart.
3. a
Webspinnen zijn erg gevoelig voor trillingen en voelen het direct als een draad van hun web wordt aangeraakt. De mannetjes zijn doorgaans aanzienlijk kleiner dan de vrouwen en alle soorten hebben krachtige gifkaken. Als een mannetje een vrouwtje in haar web wil benaderen, moet hij uit lijfsbehoud vooraf duidelijk maken dat hij geen prooi is maar een soortgenoot.
4. c
Uit recent onderzoek bij zowel olifanten als dolfijnen blijkt dat specifieke geluidsfragmenten zijn die uniek geuit worden naar specifieke individuen. De groepsgenoten gebruiken dat ‘woord’ alleen en frequent bij de communicatie met dat dier. Dat maakt aannemelijk dat het eigennamen zijn. En dat olifanten en dolfijnen blijkbaar zelden roddelen …
5. a
Chimpansees in een groep hebben strikte omgangsvormen. Wie zich daar niet aan houdt, wordt hardhandig gecorrigeerd. Maar de jongste chimpansees hebben nog veel krediet. En behalve aan hun formaat en babyface zijn ze ook herkenbaar aan een witte pluk haar op de onderrug. Bij het opgroeien verdwijnt die geleidelijk, en daarmee ook de tolerantie van hun groepsgenoten.
6. c
Jonge schildpadjes die nog in het ei zitten, maken geluiden die hun broertjes en zusjes kunnen horen. Daarmee stemmen ze het uitkomen af om, meestal ’s nachts, de massasprint richting zee in te zetten. Dat is veiliger dan individueel.
7. a
Bevers leven in gezinsverband. Bij gevaar waarschuwen ze elkaar door met de platte staart op het water te slaan. De ingang van een beverburcht ligt onder water. Geen belemmering voor bevers, wel voor beren en wolven.
8. b
Afrikaanse wilde honden leven en jagen in groepen. Ze communiceren net als alle hondachtigen op verschillende manieren: met lichaamstaal, geur en geluiden. In dit specifieke geval hebben onderzoekers vastgesteld dat de dieren ook een speciaal geluid laten horen dat voor ons klinkt als niezen.
9. b
Kikkermannetjes proberen met hun geluid vrouwelijke soortgenoten te lokken. Onze boerenslootkikkers kwaken in koor; de coquí-kikker is een solist en maakt een tweetonig fluitend geluid. Het venster van frequenties die kikkers kunnen horen is relatief smal en verschilt per soort. En bij deze van oorsprong Puerto-Ricaanse dus ook per geslacht.
10. a
De blauwe vinvis is niet alleen het grootste dier ter wereld, het is ook de grootste herrieschopper. Deze baleinwalvis kan geluiden van 150 decibel produceren: ruim 20 decibel meer dan een straalvliegtuig. Onder water klinkt geluid ook nog eens ver, zeker als er zoals in de oceaan geen obstakels zijn. Zo kunnen ze op grote afstand met soortgenoten communiceren.