Wat is juist: ‘de dagen voorafgaand aan het feest’ of ‘de dagen voorafgaande aan het feest’?
Zowel voorafgaand als voorafgaande is goed. De vorm zonder e is iets gebruikelijker.
Voorafgaand(e) is een tegenwoordig deelwoord. Dat maak je door een -d of -de achter het hele werkwoord te zetten: lopend(e), fietsend(e), zijnd(e), enz. ‘De dagen voorafgaand aan de ramp’ is dus correct en ‘De dagen voorafgaande aan de ramp’ ook.
De uitgang -de komt volgens de Algemene Nederlandse Spraakkunst voornamelijk voor in vaste uitdrukkingen, bijvoorbeeld: ‘Al doende leert men’ en ‘Ziende blind zijn’.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!