Wat is goed: ‘stellingen behorend bij het proefschrift’ of ‘stellingen behorende bij het proefschrift’?
Behorend en behorende zijn allebei juist. Wel klinkt behorende wat plechtiger.
Behorend en behorende zijn vormen van het tegenwoordig deelwoord. Dat maak je door -d óf -de achter het hele werkwoord te plaatsen. Meestal gebruik je alleen een d. Voorbeelden:
- Ik ga lopend naar huis.
- Het meisje kwam zingend de trap op.
- ’s Avonds ben ik graag nog even buiten, zorgend voor de tuin en in mezelf pratend.
- We bleven lang onderhandelen, hopend op een doorbraak.
- Hierbij treft u de begroting aan, behorend bij onze subsidieaanvraag.
De vorm met -e klinkt wat nadrukkelijker en plechtiger. In de laatste twee zinnen hierboven zouden hopende en behorende op zichzelf mogelijk zijn, maar de vormen zonder -e zijn ook goed.
In sommige vaste uitdrukkingen is de vorm met -e het gebruikelijkst: ‘Al doende leert men’, ‘Hij is ziende blind.’ Zie hiervoor ook de Algemene Nederlandse Spraakkunst.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!