Het hele werkwoord is verrassen. Daar komt dus geen t in voor. De stam van het werkwoord (het hele werkwoord min de uitgang -en) eindigt op een s: verras. De verledentijdsuitgang -te komt achter de stam: verraste. Meer voorbeelden: 

  • Mijn moeder verraste me met een uitje naar de sauna.
  • Onze collega’s verrasten ons met hun slimme voorstellen.

De verraste jubilaris

Als het voltooid deelwoord van dit soort werkwoorden als bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt, komt er ook maar één t. Achter het voltooid deelwoord verrast komt alleen een buigings-ede verraste jubilaris, de doorkruiste woestijn, de bekraste muur, de verwenste regen.

Bekijk ook de pagina’s over twijfelgevallen als het begrote bedrag en het geboycotte land.

Bij een werkwoord als afgelasten eindigt de stam wél op een t. Daarom is de commissie die de wedstrijd afgelastte juist. Achter de stam afgelast komt de uitgang -te. In de afgelaste wedstrijd komt er na het voltooid deelwoord afgelast een buigings-e.

Verassen = ‘cremeren’

Let ook op het tikfoutje verassen (met één r). Verassen betekent ‘in as doen overgaan, cremeren’. Een zin als ‘Laat ons u verassen!’ is dus nogal luguber ...

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Hieronder staan meer voorbeeldzinnen met werkwoorden die lijken op verrassen (de persoonsvormen staan in de verleden tijd):

  • De peuter plaste tevreden rond in het pierebadje. (hele werkwoord: rondplassen)
  • Tijdens het bezoek van Sinterklaas plasten drie kleuters in hun broek. (hele werkwoord: plassen)
  • Hij vergaste duizenden kippen ten tijde van de vogelpest. (hele werkwoord: vergassen)
  • De Engelsen overklasten die Mannschaft. (hele werkwoord: overklassen)
  • Zij doorkruisten de woestijn. (hele werkwoord: doorkruisen)
  • De kinderen bekrasten de muur. (hele werkwoord: bekrassen)
  • Ik verkaste naar Amsterdam. (hele werkwoord: verkassen)
  • Ik verwenste de regen. (hele werkwoord: verwensen)
  • Zij kraste haar initialen in de boom. (hele werkwoord: krassen)
  • Hij waste zijn handen in onschuld. (hele werkwoord: wassen)
  • Zij viste in troebel water. (hele werkwoord: vissen)
  • Ik bleef niet staan kijken toen de eskimo de zeehond vilde. (hele werkwoord: villen)
  • Ik ontvelde de tomaten. (hele werkwoord: ontvellen)
  • ‘Nederland wordt kampioen!’, bralden de dronken supporters. (hele werkwoord: brallen)
  • Het ‘Olé!' schalde tot diep in de nacht over straat. (hele werkwoord: schallen)
  • Ik stalde mijn fiets in de fietsenstalling. (hele werkwoord: stallen)
  • Karel belde zijn oma elke dag. (hele werkwoord: bellen)
  • De jury velde een oordeel over de inzendingen. (hele werkwoord: vellen)

Oefenen

Doe de verraste of verrastte’-test


Online training

Vond je deze test lastig? Dan is onze online training werkwoordspelling iets voor jou. In deze training krijg je niet alleen meer uitleg over werkwoorden als verrassen, maar over állerlei werkwoorden. Met behulp van filmpjes, stroomschema’s en oefeningen schrijf je alle werkwoorden binnen de kortste keren foutloos!