Wat is juist: ministerie van Buitenlandse Zaken of Ministerie van Buitenlandse Zaken?
Wij raden aan om ministerie van Buitenlandse Zaken te schrijven: ministerie als ‘gewoon woord’ met kleine letter, het beleidsterrein met hoofdletters. Deze schrijfwijze staat in de woordenboeken van Van Dale (sinds 2005), in veel kranten en in teksten van de Rijksoverheid zelf. De officiële spelling pleit ervoor ministerie als deel van de naam te zien en Ministerie van Buitenlandse Zaken te schrijven.
Naam of soortnaam?
De vraag is of het woord ministerie in ministerie/Ministerie van Buitenlandse Zaken tot de naam behoort of niet. Wie ministerie als ‘gewoon woord’ ziet, als soortnaam zoals dat heet, schrijft het met een kleine letter. Het is een algemene aanduiding, net als het synoniem departement en woorden als instelling, vereniging, stichting, gemeente, provincie, kantoor of bureau. Algemene woorden (soortnamen) krijgen in principe geen hoofdletter. Pas ná de soortnaam volgt de naam; die krijgt de hoofdletter omdat die het ministerie specificeert: bijvoorbeeld Buitenlandse Zaken, Defensie, Infrastructuur en Waterstaat, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Justitie en Veiligheid, etc. De enige uitzondering op deze regel is de ministerienaam Openbaar Ministerie.
Een extra argument voor de schrijfwijze ministerie van Buitenlandse Zaken is dat deze spelling wordt gehanteerd in teksten van de Rijksoverheid zelf. En dan geldt (ook volgens de officiële spelling) het zogeheten donorprincipe: je schrijft een naam zoals de naamgever die zelf schrijft.
Volledige naam
Wie ministerie als deel van de naam beschouwt, schrijft Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dat uitgangspunt geldt gewoonlijk alleen voor de volledige, officiële naam. Zodra er een verkorte naam wordt gebruikt, is dat niet de officiële naam en vervalt de hoofdletter weer: het is dus Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, maar ministerie van Binnenlandse Zaken.
Verkortingen zonder ministerie: Defensie, Buitenlandse Zaken
Wordt de naam van het departement weergegeven zonder ministerie van ervoor, dan blijven de hoofdletters van de naam intact: ‘Hij werkt bij Buitenlandse Zaken’; ‘Dit behoort tot het domein van Defensie.’
Soortnaam ministerie
Als ministerie zonder verdere aanvulling gebruikt wordt in een tekst, is het een soortnaam: ‘Hier rechtdoor en dan zie je links het ministerie’, ‘Werkt ze nog bij het ministerie?’
Minister en staatssecretaris
De aanduidingen minister en staatssecretaris zijn met een kleine letter, net als andere functieaanduidingen. Het is dus: de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Defensie.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!