Wat is juist: ‘Langgeleden stond hier een boerderij’ of ‘Lang geleden stond hier een boerderij’?
Officieel is alleen lang geleden (in twee woorden juist), maar langgeleden komt ook vaak voor en is goed te verdedigen.
Volgens de officiële spelling moet lang geleden los en moeten kortgeleden en pasgeleden juist aan elkaar. Het is echter goed te verdedigen ook langgeleden als één geheel te zien met de betekenis ‘ooit’, ‘vroeger’. Bijvoorbeeld:
- Er werden voorwerpen tentoongesteld die de mensen langgeleden dagelijks gebruikten.
- Ik vind die liedjes van langgeleden vaak erg leuk.
Langgeleden: vaste combinatie
Het komt geregeld voor dat vaste woordcombinaties met als tweede deel een voltooid deelwoord samensmelten tot een samenstelling. Ze worden dan dus één woord. Voorbeelden zijn goedgebekt, hoogopgeleid, langgerekt en zwaarbewolkt. Een ‘vaste regel’ hiervoor is niet te geven. Meestal is er duidelijk één hoofdklemtoon hoorbaar en heeft het woord als geheel een eigen betekenis gekregen.
In de praktijk bepalen vooral de samenstellers van woordenboeken en spellinglijsten wanneer zo’n vaste combinatie met een deelwoord als tweede deel aan elkaar geschreven ‘mag’ worden. Wat ons betreft is langgeleden in de betekenis ‘vroeger’, ‘ooit’ inmiddels zo’n vast geheel. Volgens de officiële woordenlijst is dat nog niet het geval.
Klik op het tabblad ‘Voorbeelden’ hierboven voor een lange lijst voorbeelden van woorden als langgeleden en goedgebekt.
Lang geleden: wanneer spatie?
Lang geleden (met spatie) is het best als lang nader wordt bepaald door een bijwoord of ontkenning:
- Het is al erg lang geleden dat we elkaar zagen. (erg heeft vooral betrekking op lang)
- Het is nog niet zo lang geleden dat wij elkaar spraken. (niet zo heeft vooral betrekking op lang)
- 1998 is voor iemand uit 2003 al tamelijk lang geleden. (tamelijk heeft vooral betrekking op lang)
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!
Toch nog een vraag?
Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.
https://onzetaal.nl/taalloket/vraag-stellen
Meer voorbeelden van bijvoeglijke naamwoorden die bestaan uit een bijvoeglijk naamwoord en een voltooid deelwoord:
- bestbetaald
- breedopgezet
- bruingebrand
- bruingetint
- bruingeverfd
- dikbetaald
- duurbetaald
- dwarsgestreept
- dwingendrechtelijk
- fijnbesnaard
- fijnbesneden
- fijngebouwd
- goedbetaald
- goedgebekt
- goedingelicht
- grofgebekt
- grofgebouwd
- grofgebreid
- hogeropgeleid
- hoogbegaafd
- hoogbejaard
- hoogbetaald
- hooggeacht
- hooggeautomatiseerd
- hooggedoseerd
- hooggeëerd
- hooggegrepen
- hooggehakt
- hooggeheven
- hooggeklasseerd
- hooggekwalificeerd
- hooggeleerd
- hooggelegen
- hooggelegens
- hooggeorganiseerd
- hooggeplaatst
- hooggeprezen
- hooggeprijsd
- hooggeschat
- hooggeschoold
- hooggesloten
- hooggespannen
- hooggespecialiseerd
- hooggestemd
- hooggestreng
- hooggevoelig
- hooggewaardeerd
- hoogopgeleid
- hoogopgelopen
- hoogverheven
- hoogverrijkt
- kleinbehuisd
- kortgeknipt
- kortgerokt
- kortgeschoren
- kortgestraft
- laagbegaafd
- laagbetaald
- laagbetaald
- laaggeklasseerd
- laaggelegen
- laaggeletterd
- laaggeplaatst
- laaggeprijsd
- laaggeschoold
- langgekoesterd
- langgerekt
- langgestraft
- langgewenst
- langverbeid
- langverwacht
- lichtbewapend
- lichtbewolkt
- lichtgebonden
- lichtgebouwd
- lichtgeraakt
- lichtgetint
- lichtgeverfd
- lichtgezouten
- lichtvervuild
- pasgeleden
- schuingedrukt
- slechtbehuisd
- slechtbetaald
- slechtgehumeurd
- slechtgekleed
- slechtgeluimd
- slechtgemanierd
- slechtgemutst
- witbestoven
- witgedekt
- witgehandschoend
- witgejast
- witgekalkt
- witgekleurd
- witgekuifd
- witgelakt
- witgepleisterd
- witgeschilderd
- witgetint
- witgeverfd
- witgewassen
- zwaarbeladen
- zwaarbelast
- zwaarbepakt
- zwaarbeproefd
- zwaarbeveiligd
- zwaarbevochten
- zwaarbewaakt
- zwaargebouwd
- zwaargehavend
- zwaargeschapen
- zwaargewapend
- zwaargewond