Bestaat er een betekenisverschil tussen inruilen voor en inruilen tegen?
Er bestaat alleen een klein gebruiksverschil tussen inruilen voor en inruilen tegen. Inruilen voor legt iets meer nadruk op de ruil zelf: het een vervangt het ander. Bij inruilen tegen leg je iets meer nadruk op het feit dat datgene wat je wegdoet, een ‘betaalmiddel’ is voor datgene wat je krijgt.
Inruilen voor en inruilen tegen betekenen zo goed als hetzelfde: ‘inwisselen, iets in plaats van iets anders weggeven of in bezit nemen’. Daarbij legt inruilen tegen iets sterker de nadruk op het feit dat het een fungeert als een ‘betaalmiddel’ voor het ander. Bijvoorbeeld: ‘Je kunt verlofuren inruilen tegen een fiets’, ‘We hebben onze oude dieselbak ingeruild tegen een nieuwer hybride wagentje.’
Inruilen voor legt vooral nadruk op de ruil zelf (de transactie). Bijvoorbeeld: ‘Een jonge auto inruilen voor een andere auto is meestal geen enkel probleem.’
In zinnen waarin het niet om een letterlijke ruil van objecten gaat, bestaat er een duidelijke voorkeur voor voor: ‘De slager heeft zijn messen ingeruild voor penselen: hij is nu schilder.’
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!