Als je de ik-vorm van een werkwoord vormt in de tegenwoordige tijd, voeg je geen t toe aan de stam. Het maakt niet uit of het onderwerp ik vóór of achter het werkwoord (de persoonsvorm) staat.

Voorbeelden

Nog wat voorbeeldzinnen waarin ik het onderwerp is:

  • Ik word blij van alle mogelijkheden.
  • Hopelijk word ik vandaag gebeld.
  • Ik laad mijn auto vol boodschappen.
  • Anders laad ik de auto morgen wel in.

Klik voor meer voorbeelden op het tabblad ‘Voorbeelden’ hierboven.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Als ik het onderwerp is, komt er nooit een t achter de stam. Als de stam op een d eindigt, kun je niet op je gehoor afgaan, zoals bij ik loop en loop ik. De regel geldt dan echter ook. Hieronder staan voorbeeldzinnen waarin ik het onderwerp is en waarbij je niet op je gehoor kunt afgaan, omdat de stam op een d eindigt.

  • Ik word blij van alle mogelijkheden.
  • Hopelijk word ik vandaag gebeld.
  • Ik houd hem aan zijn belofte.
  • Daar houd ik niet veel aan over.
  • Ik laad mijn auto vol boodschappen.
  • Anders laad ik de auto morgen wel in.
  • Ik bind me niet zo snel aan iemand.
  • Dan bind ik er straks een touwtje om.
  • Ik verzend dagelijks twintig whatsappjes.
  • Die jurk verzend ik liever in een kartonnen doos.
  • Ik vind dat Pieter gelijk heeft.
  • Soms vind ik het moeilijk om voet bij stuk te houden.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Handig hulpmiddel: de Taal*maat

De Taal*maat D, t of dt? is een stroomdiagram waarmee je kunt bepalen of stam + t goed is of niet. Een handig hulpmiddel om de juiste vorm te kiezen in de tegenwoordige tijd!

Klik op het schema om het te vergroten:

D, t of dt