In teksten met een informele toon gaat de voorkeur uit naar hou, net als in de spreektaal:

  • Ik hou er wel van.
  • Hou je haaks!
  • Hou je koest.
  • Hou jij het in de gaten?
  • Ik hou van je!

In iets zakelijker teksten en in formele uitingen is het gebruikelijk om de d van houd wel te schrijven. Houd komt wat netter en verzorgder over dan hou.

  • Ik houd van alle pogingen om wetenschappelijke inzichten toegankelijk te maken voor een breed publiek. 
  • Ik houd niet van hiërarchische structuren en kan er dus ook niet goed in werken. 
  • Houd uw stad schoon.
  • Houd anderhalve meter afstand.
  • Houd moed!

Af en toe komt ook houen zonder voor. Dat is een (zeer) informele werkwoordsvorm: ‘Kop houen jij!’, ‘Houen zo!’

Glij en glijd, rij en rijd, snij en snijd 

Het weglaten van de d is mogelijk bij de werkwoorden glijden, houden, rijden, snijden en uitscheiden (‘ophouden’), en samenstellingen daarmee, zoals doorrijden, ophouden en uitglijden. Het verschijnsel doet zich voor bij:

  • de ik-vorm: ‘Ik hou van jou’; ‘Ik schei ermee uit!’;
  • de gebiedende wijs: ‘Glij niet uit!’; ‘Hou op!’;
  • de jij-vorm als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat: ‘Straks snij je je nog’, ‘Rij jij of rij ik?’

Het wél schrijven van de d (‘Ik houd van jou’, ‘Glijd niet uit!’, ‘Rijd jij of rijd ik?’) is trouwens zeker niet fout.

De vormen zonder d, die ontstaan zijn in de spreektaal, komen ook in schrijftaal al eeuwen voor: de spelling hou is bijvoorbeeld al te vinden in zeventiende-eeuwse teksten van Hooft en Bredero. En in 1912 schreef het Woordenboek der Nederlandsche Taal dat de gebiedende wijs van houden zowel houd als hou kan zijn.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag