Jaartallen tot 2000, zoals 1940 en 1998, worden vaak verkort uitgesproken: ‘negentien-veertig’ in plaats van ‘negentienhonderdveertig’, en ‘negentien-achtennegentig’ in plaats van ‘negentienhonderdachtennegentig’. Het woord ‘honderd’ kan telkens worden aangevuld. Nu zijn de verkorte vormen zó gebruikelijk dat we niet telkens in ons hoofd ‘honderd’ hoeven toe te voegen, maar het is wel mogelijk.

Bij ‘twintig-vijfentwintig’ kun je geen ‘honderd’ aanvullen; het volledig uitgesproken jaartal is namelijk niet ‘twintighonderdvijfentwintig’ maar ‘tweeduizend vijfentwintig’. Maar ‘duizend’ aanvullen na ‘twintig-vijfentwintig’ gaat ook niet; dan had de verkorte vorm eigenlijk ‘twee vijfentwintig’ moeten zijn. Misschien spelen dit soort zaken in ons hoofd allemaal onbewust mee, waardoor de korte vormen net niet goed klinken.

Engels of 19, 20, 25?

Mogelijk is ‘twintig-vijfentwintig’ gebaseerd op het Engels: in die taal is ‘twenty twenty five’ een gangbare manier van zeggen. Maar het is ook mogelijk dat het systeem waarbij begonnen werd met ‘achttien’ en ‘negentien’, nu ook in het Nederlands wordt voortgezet met ‘twintig’ – onafhankelijk van het Engels.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!