Met het achtervoegsel -ster kun je vrouwelijke persoonsaanduidingen afleiden van werkwoorden. Het achtervoegsel komt achter de ik-vorm van het werkwoord: bestuur - bestuurster, speel - speelster, medewerk - medewerkster, aanvoer - aanvoerster, enz.

Soms eindigt de stam van een werkwoord zelf al op een s, zoals bij fietsen, schaatsen en tennissen. Als je hier -ster achter zet, staan er dus twee s’en naast elkaar in het woord: fietsster, schaatsster, tennisster. Meer voorbeelden: kantklosster, kickboksster, klusster, lasster, oppasster, poetsster, prutsster, schransster, verlosster, vervalsster.

Betekenisverwarring?

Vrouwelijke persoonsnamen op -ster kunnen overigens weleens tot betekenisverwarring leiden. Met een tennisster kan immers ook een ster (‘beroemdheid, uitblinker’) in het tennis bedoeld zijn – vergelijk woorden als musicalster en popster. Evenzo kan een filmster zowel een vrouw die filmt zijn als een (mannelijke of vrouwelijke) ster op het witte doek.

Over het algemeen zal de context duidelijk maken wat er bedoeld is. Overigens kan alleen bij het enkelvoud verwarring ontstaan: in het meervoud is duidelijk dat tennissterren en filmsterren (beroemdheden) iets anders zijn dan tennissters en filmsters (vrouwen die tennissen respectievelijk filmen).

In gesproken taal kun je het verschil horen. Tennisster in de betekenis ‘vrouw die tennist’, eindigt op een onbeklemtoonde lettergreep met een uh-klank. In tennisster in de betekenis ‘vrouw of man die een ster is in tennis’, klinkt in ster een heldere è-klank. Bovendien ligt er iets meer nadruk op deze lettergreep, al ligt de hoofdklemtoon vooraan in het woord.

Neutraal

Overigens kún je een vrouw die tennist ook gewoon tennisser noemen, maar bij aanduidingen van sporters is het gebruikelijker om de vrouwelijke variant te gebruiken. Bij de meeste functieaanduidingen ligt dit anders.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag