In de zin ‘Op straat spelen er kinderen’ is kinderen het onderwerp. Dat is een zogeheten ‘onbepaald onderwerp’, want je weet nog helemaal niet welke kinderen het precies zijn. In zinnen met zo’n onbepaald onderwerp gebruik je vaak er om dat onderwerp te introduceren.

  • Er spelen kinderen op straat.
  • Plotseling klonk er een harde klap.
  • Er liep iemand op het plein.
  • Er worden updates uitgevoerd.

Er heet in dit soort gevallen ‘presentatief er.

Er verderop in de zin

Soms staat het presentatieve er niet aan het begin van de zin, maar na de persoonsvorm. Het kan dan vaak makkelijk weggelaten worden zonder dat de betekenis van de zin verandert. Zeker als de zin begint met een bijwoordelijke bepaling, bijvoorbeeld van plaats of tijd, zoals op straat of na de receptie, kun je er vaak weglaten.

  • Kijk, op straat spelen (er) kinderen.
  • Op het plein liepen (er) tientallen agenten.
  • In deze stad is (er) veel te doen.
  • In ons dorp wordt (er) na een receptie vaak nog gedanst.
  • Na de receptie wordt (er) in de kleine zaal verder gefeest.
  • Toen klonk (er) een harde klap.
  • Vanmiddag komt (er) iemand op bezoek.
  • Gelukkig hielpen (er) enkelen mee.
  • Het is de vraag of (er) sprake is van oneerlijke concurrentie.

Geen duidelijke regels

Er zijn helaas geen duidelijke regels waarmee je kunt bepalen of je er weg kunt laten of niet.

In de zin ‘Gelukkig is er hoop’ kun je er bijvoorbeeld niet weglaten. Het hangt van het type werkwoord af, maar het is ook een kwestie van smaak en zinsritme: soms klinkt het weglaten van er onnatuurlijk of stijf, zoals in constructies met er is sprake van.

Het is niet waar dat als er weg kán blijven, het ook weg móét blijven.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag