Emaillen is afgeleid van het zelfstandig naamwoord email. Dat woord, uitgesproken als ‘ee-maj’, duidt een dunne, gladde laag aan die op potten en pannen en dergelijke wordt aangebracht ter bedekking of versiering. Het bijvoeglijk naamwoord emaillen is vergelijkbaar met bijvoorbeeld metalen, rubberen en zijden. Dit worden ‘stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden’ genoemd; ze noemen de naam van de ‘stof’, het materiaal, waaruit het erop volgende woord bestaat.

Bedekt met email

In het geval van een emaillen pan en een emaillen schaaltje gaat het alleen om het materiaal van de ‘deklaag’ die op de pan of het schaaltje is aangebracht. Emaillen betekent niet ‘gemaakt van email’ maar ‘met email bedekt’. Sommigen vinden het preciezer om te spreken van een geëmailleerde pan en een geëmailleerd schaaltje. Emailleren betekent ‘met email bedekken’.

In plaats van email komt al sinds jaar en dag in de praktijk vaak de variant emaille voor, maar die vorm is niet juist.

E-mail

Overigens wordt email ook vaak gebruikt als spellingvariant van e-mail (‘elektronische post’). In e-mail en het daarvan afgeleide werkwoord e-mailen en de samenstelling e-mailadres hoort officieel echter een streepje na de e te staan. De e is een afkorting van electronic.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!