Waarom is akkoord met twee k’s en accorderen met twee c’s?
Het verschil tussen akkoord en accorderen bestaat al sinds de negentiende eeuw. De samenstellers van de officiële woordenlijsten van 1954, 1995 en later hebben deze keuze gevolgd, net als de makers van andere woordenboeken en -lijsten.
De spellingcommissie van 1954 vond accorderen nog duidelijk een ‘vreemd woord’ (‘niet-Nederlands’). Akkoord beschouwde men als ‘minder vreemd’. Daarom koos men daarin wel voor de k’s. Zodoende golden accorderen en akkoord vanaf 1954 als de voorkeurspelling. De schrijfwijzen akkorderen en accoord waren overigens ook toegestaan: dit was de zogeheten toegelaten spelling.
In latere Groene Boekjes is deze voorkeurspelling als enige juiste spelling overgenomen en is de inconsistentie dus blijven bestaan. De taalgebruikers waren eraan gewend, was de redenering vermoedelijk. De spelling akkoord kreeg zelfs al in de negentiende eeuw de voorkeur. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal schreef in 1881: “bij velen accoord geschreven, doch het woord heeft zoozeer het burgerrecht verkregen, ook in de dichterlijke taal, dat er geene reden meer is voor de vreemde spelling”.
Wellicht heeft ook de uitdrukking het op een akkoordje gooien meegespeeld: in die informele zegswijze, die bovendien een verkleinvorm bevat, zou accoordje iets te formeel overkomen. Iets vergelijkbaars geldt voor de uitroep ‘Akkoord!’, om aan te geven dat iemand het ergens mee eens is.
Klik voor meer voorbeelden van c/k-verschillen op het tabblad 'Voorbeelden'.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!
Toch nog een vraag?
Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.
https://onzetaal.nl/taalloket/vraag-stellen
Akkoord - accorderen is niet het enige rijtje dat inconsistent is. Andere voorbeelden zijn:
- fabrikant - fabricaat - fabricage
- kadetjes (broodjes) - cadetten (leerlingen)
- kabinet - cabine
- klasseren - classificatie - declasseren
- klassiek - classicisme
- kliniek - klinisch - clinicus - clinist
- krediet - crediteren - crediteur
- kolom - kolonel - koloniaal - kolonie - kolonist - colon - colonne
- komediant/komediante - comédienne
- kompres - compressie
- kopiëren - kopie/fotokopie - kopij - copyright - copywriter - copyshop
- korset - corselet
- kosmos - kosmisch - cosmetisch - cosmetica
- korporaal (legerrang) - corporaal (als in een corps) - corporatie - corpulent
- korps (troepeneenheid, muziekkorps, lettergrootte) - corps (studentenclub)
- kritiek - kritisch - criticus - criticaster
- lokaal - lokaliseren - lokaliteit - locatie
- oktober - octaaf - octet - octopus
- praktijk - praktisch - practicus - practicum
- sekte - insect
- spektakel - spectaculair
- traktatie - trakteren - attractie - extract - tractor
- vakantie - vacant - vacature - vacatie
Let ook op quotum naast kwantum en quantum (beide mogelijk) en het rijtje seks - sekse - seksueel - sexy - sexappeal.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!