Tot 1996 was zowel insect als insekt juist. De vorm insekt was de zogenoemde ‘voorkeurspelling’, insect was de ‘toegelaten spelling’. Bij de spellingwijziging van 1996 is het systeem van voorkeurs- en toegelaten spelling afgeschaft. Sindsdien bestaat er voor verreweg de meeste woorden nog maar één correcte spellingwijze. Meestal werd dat de oude voorkeurspelling, maar insect werd aangepast aan de nieuwe regel dat woorden die op -ect, -act en -uct eindigen, altijd een c voor de t krijgen. Om die reden werd ook produkt met een k – na decennialang de voorkeurspelling te zijn geweest – in 1996 officieel veranderd in product.

Helemaal consequent is de spelling van de c’s en k’s ook nu niet. Zo is onder meer locatie juist naast lokaal en lokaliseren, en akkoord naast accorderen.

Herkomst van insect

Het woord insect komt van het Latijnse insectus, dat letterlijk ‘ingesneden’ betekent. Insectus is het Latijnse voltooid deelwoord van insecare (‘insnijden’). Kenmerkend aan de vorm van insecten is namelijk dat het lijf op één of twee plaatsen (bij de nek en/of de ‘taille’) aan weerszijden een inkeping bevat. Insecten waren dus ‘ingesneden diertjes’. Het overeenkomstige woord in het Grieks is entomos. Dat is het Griekse voltooid deelwoord van entemnein (‘insnijden’). Aan dit woord danken we de wetenschappelijke aanduiding voor ‘insectenkunde’: entomologie.

In ouder Nederlands werden insecten wel kerfdiertjes genoemd. Ook dit was een verwijzing naar de ‘kerfjes’ (insnijdingen) in hun lijf.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag