De helpers van Sinterklaas kun je Zwarte Pieten noemen. Dan beschouw je Zwarte Piet als eigennaam van een personage. Je kunt ook benadrukken dat het je gaat om de mensen die in de huid kruipen van dat personage. Dan ligt zwarte piet(en) het meest voor de hand. Er zijn vervolgens verschillende mogelijkheden voor samenstellingen met Zwarte Piet(en) en zwarte piet(en).

1. Wie de naam Zwarte Piet in een samenstelling gebruikt, verandert aan die naam zelf niets: de hoofdletters blijven staan en de spatie ook. De rest van het woord komt eraan vast, maar er mag ook een koppelteken na de naam staan, wat bij samenstellingen met eigennamen vrij gebruikelijk is: Zwarte Pietdiscussie, Zwarte Piet-discussie; Zwarte Pietdebat, Zwarte Piet-debat. Dankzij de hoofdletters herkent de lezer Zwarte Piet als een geheel.

2. Ook de vorm Zwarte Pietendebat (of Zwarte Pieten-debat) is goed denkbaar. Nu ligt de nadruk sterker op de verschillende Zwarte Pieten.

3. Als je uitgaat van zwarte piet, oftewel ‘iemand die Zwarte Piet speelt’, zijn samenstellingen met zwartepieten... het gebruikelijkst. Zwartepietendiscussie en zwartepietendebat zijn één geheel. Een streepje voor de leesbaarheid invoegen mag (zwarte-pietendiscussie, zwartepietendiscussie), maar een spatie invoegen mag niet. Als je ‘zwarte pietendiscussie’ schrijft, heeft zwarte betrekking op discussie, en dat is niet de bedoeling. (Zie voor veel meer voorbeelden van dit soort samenstellingen de pagina over langeafstandsloper.) Er zijn meer samenstellingen met zwarte piet die zo gevormd worden, zoals zwartepietenmuts en zwartepietenpak.

Omdat er veel discussie is over het zwarte uiterlijk van Zwarte Piet, wordt dat woord vaak weggelaten. Voor piet/Piet gelden dezelfde regels als voor z/Zwarte p/Piet. Dus: ‘Sinterklaas komt langs met zijn Pieten’; ‘Wij zijn dit jaar op school de pieten en zoeken nog pietenpakken.’

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!