Als een de-woord mannelijk is, staat er in woordenboeken en spellinglijsten een m achter. Bijvoorbeeld: boom, de (m.). Bij vrouwelijke woorden staat er een v achter, bijvoorbeeld: begroting, de (v.). Als er alleen de achter een woord staat, is het mannelijk én vrouwelijk.

De bank en zijn/haar medewerkers

Bank, bloem, kin, stad en taal zijn voorbeelden van woorden die zowel mannelijk als vrouwelijk zijn en waar dus alleen de achter staat. Veel van deze woorden zijn van oorsprong vrouwelijk, maar werden in de loop der tijd steeds meer als mannelijk ervaren. In het Groene Boekje van 1954 stond bij deze woorden nog “v.(m.)”. In Vlaanderen worden ze meestal nog als vrouwelijk aangevoeld en bestaat er dus een voorkeur voor vrouwelijke verwijswoorden: ‘De bank informeerde haar medewerkers’ en ‘De bloem knakte toen ze op de grond viel.’ In Nederland wordt meestal voor een mannelijke verwijzing gekozen: ‘De bank informeerde zijn medewerkers’; ‘De bloem knakte toen hij op de grond viel.’ Het is allebei juist.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Personen en dieren

Bij aanduidingen voor personen en dieren vermelden sommige woordenboeken en spellinglijsten alleen de, zonder m. of v. daarachter. Het biologische geslacht gaat hier boven het woordgeslacht. Als het bijvoorbeeld over een vrouwelijke minister gaat, is ‘De minister werkt samen met haar staatssecretaris aan het beleid en ze overlegt met haar ambtenaren’ juist (vrouwelijke verwijzingen). Dat minister van oorsprong een mannelijk de-woord is, doet er niet toe.

Hetzelfde geldt voor een diernaam als de olifant. Olifant is op zichzelf een mannelijk woord, maar in ‘De olifant en haar jong sloten zich weer aan bij de kudde’ is toch alleen de verwijzing met haar goed. In onze eigen spellinglijst staat daarom bij diernamen alleen de vermeld.