Welke en die kunnen allebei een bijvoeglijke bijzin inleiden. Ze verwijzen dan naar een de-woord of naar een meervoud. Het betrekkelijk voornaamwoord die heeft sterk de voorkeur. Een paar voorbeelden:

  • De woonkamer, die voorzien is van een laminaatvloer, ligt op het zuidoosten.
  • Hun moeder, die politieagente is, heeft altijd mooie verhalen te vertellen.
  • De boeken die in de kleine boekenkast staan, moet ik nog lezen.

Welke kan níét verwijzen naar een enkelvoudig het-woord. ‘Het terras, welke op het zuiden ligt’ en ‘het boek welke ik nog moet lezen’ zijn echt een fout(je). Goed zijn: ‘het terras, dat op het zuiden ligt’ en ‘het boek dat ik nog moet lezen’.

De man met wie / de auto waarmee

Als die direct voorafgegaan wordt door een voorzetsel, zijn er twee mogelijkheden:

  1. Bij verwijzing naar een persoon verandert voorzetsel + die in voorzetsel + wie: ‘Dat is de man met wie ik in Zuid-Amerika was.’ (de man waarmee ik in Zuid-Amerika was is overigens ook mogelijk, maar met wie geldt als beleefder en mooier)
  2. Bij verwijzing naar een zaak verandert voorzetsel + die in waar + voorzetsel: ‘Dit is de auto waarmee wij door Zuid-Amerika zijn gereden.’

Punt 2 gaat niet bij alle voorzetsels op. Het voorzetsel zonder leidt bijvoorbeeld tot de vorm waarzonder. In Vlaanderen komt waarzonder wel voor, maar in Nederland is het niet gebruikelijk. Nederlanders kiezen dan soms voor zonder welke.

  • We zoeken de toegangskaarten, waarzonder we nooit binnenkomen.
  • We zoeken de toegangskaarten, zonder welke we nooit binnenkomen. (formeel)

Er zijn nog enkele minder gebruikelijke voorzetsels waarbij welke ook de enige mogelijkheid is, zoals krachtens en ondanks:

  • Zij heeft veel ellende doorstaan, ondanks welke ze altijd optimistisch is gebleven. (formeel)
  • U bent een overeenkomst aangegaan krachtens welke u gerechtigd bent deel te nemen aan het programma. (formeel)

Als het woord waarnaar wordt verwezen in dezelfde of in andere bewoordingen wordt herhaald in de bijzin, móét overigens welke gebruikt worden. Het is dan een bijvoeglijk gebruikt betrekkelijk voornaamwoord:

  • Vooral zijn neiging tot dikdoenerij, welke eigenschap zich het duidelijkst manifesteert in zijn schrijfstijl, leidt vaak tot onleesbare rapporten.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!