Roquefort (een schapenkaas met een sterke smaak) is genoemd naar het plaatsje Roquefort in de Cevennen (Frankrijk). In bijvoorbeeld een stukje roquefort is de kleine letter r juist, omdat roquefort een ‘gewone’ aanduiding van een kaassoort is geworden. De plaats van herkomst speelt dus geen rol meer.

Er zijn meer van deze zogenoemde geoniemen, oftewel aardrijkskundige namen die ‘gewone woorden’ zijn geworden; denk aan marathoncognac en fez. Ze komen ook vaak voor als deel van een samenstelling, bijvoorbeeld pekingeend en shetlandpony. Ook inwonernamen kunnen een gewoon woord worden, zoals amsterdammertje, hamburger en bourgondiër. Bekijk ook het tabblad ‘Voorbeelden’.

Wel hoofdletter: Edammer kaas

Een bijvoeglijk naamwoord dat naar een (aardrijkskundige) locatie verwijst, behoudt in principe zijn hoofdletter: Bengaals vuur, Dalmatische hond, Edammer kaas, Franse kaas, Rhodesian ridgeback, Siamese kat.

Alleen in uitzonderlijke gevallen schrijf je zo’n bijvoeglijk naamwoord toch met een kleine letter, omdat de gedachte aan het oorspronkelijke land of gebied te veel vervaagd is. Een voorbeeld is roomse kerk.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Geoniemen: ‘gewone woorden’ die van een aardrijkskundige naam zijn afgeleid. 

  • abessijn (kat)
  • afghaan (windhond, tapijt)
  • airedaleterriër
  • alençonkant
  • aleppobuil (een huidziekte)
  • amerikaan (type grote auto)
  • amontillado
  • amsterdammertje (o.a. paaltje, drankje, kaassoort)
  • andescondor
  • angorawol
  • angostura
  • arnhemmer (een aardappelsoort)
  • assamthee
  • astrakan
  • axminstertapijt
  • bardolino (wijn)
  • barnevelder (kip)
  • beaujolais (wijnsoort)
  • bikini
  • birmaan (kat)
  • bolognezer (hond)
  • bordeaux (wijnsoort)
  • bourgondiër (levensgenieter)
  • bourgondisch tafelen, een bourgondische levenswijze
  • brahmapoetrakip
  • brie
  • cahors (druivensoort, wijn)
  • capribroek
  • chambertin (wijn)
  • champagne
  • charleston
  • charolais (vleesrund)
  • cheddar
  • chianti
  • chihuahua
  • cognac
  • comtoise
  • congolinnen
  • cuba libre (cocktail)
  • cubaan
  • dalmatiër
  • darjeelingthee
  • denim
  • dijonmosterd
  • dijonnaise (mosterd)
  • dourowijn
  • ebolavirus
  • edammer, edammertje (een kaassoort)
  • emmentaler
  • epsomzout
  • falernerwijn
  • fez (soort muts)
  • gamay (wijnsoort)
  • haarlemmerolie
  • hamburger (zie ook deze pagina)
  • hermitage (wijn)
  • hongaar (paard)
  • ijslander (pony)
  • jan-van-gent
  • japanner (konijn)
  • johannisberger (rijnwijn)
  • karakoelschaap
  • kodiakbeer
  • krent
  • labrador (hond)
  • lassakoorts
  • lemsteraak (schip)
  • lombokker (aardnootje)
  • lotharinger (konijn)
  • marathon
  • marsala (dessertwijn)
  • meursault (wijnsoort)
  • mississippiboot
  • moezelwijn
  • niersteiner (bepaalde soort rijnwijn)
  • nijlkrokodil
  • noordzeekrab
  • norwalkvirus (bepaald norovirus)
  • opperdoezer, opperdoes (een aardappelsoort)
  • parmaham
  • parmezaan (kaas)
  • pekinees (hondenras)
  • pekingeend
  • puzzolaan (soort natuurcement)
  • rijnaak
  • rijnsteen
  • rioja
  • roquefort
  • rottweiler (hond)
  • serranoham
  • shetlander (pony)
  • shetlandpony
  • siamees (kat)
  • sint-bernardshond
  • spa blauw, spa rood
  • sriracha, srirachasaus 
  • stockholmsyndroom
  • surah (bepaald weefsel)
  • sydniër (paard)
  • tabasco
  • tarantella (volksdans)
  • traminer (wijnsoort)
  • valpolicella (Italiaanse wijnsoort)
  • vegavogel (uitgestorven eendvogel)
  • vosbelg (paard)
  • windsor, enkele windsor, dubbele windsor (wijze van knopen of strikken)
  • worcestersaus
  • yorkham
  • yorkshireterriër
  • ytterbium
  • zambezihaai