In het Nederlands zijn er veel bijvoeglijke naamwoorden op -ig en -erig. Bijvoorbeeld: bangig, bedrijvig, gelovig, boekerig, weelderig en zangerig. Deze bijvoeglijke naamwoorden hebben vaak een figuurlijke betekenis, maar niet altijd. Zo betekent houtig letterlijk ‘zoals hout’ en slijmig ‘lijkend op slijm’ (‘een houtige stengel’, ‘een slijmige spijkerzwam’). Houterig en slijmerig hebben wel (ook) een figuurlijke betekenis: ‘onhandig’ respectievelijk ‘onderdanig’.

Het achtervoegsel -ig is ouder dan het achtervoegsel -erig. Het kan voorkomen achter:

  • zelfstandige naamwoorden: bloedig, rotsig, bazig, glazig
  • bijvoeglijke naamwoorden: waardig, levendig, droevig, gelig
  • stammen van werkwoorden: inhalig, gelovig, bedrijvig, begerig
  • bijwoorden: nietig, innig, overig, vorig
  • combinaties van een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord: vrijmoedig, schepzinnig, zwartharig

Hoe ontstond -erig?

Het achtervoegsel -erig is een uitbreiding van -ig. Die uitbreiding is mogelijk ontstaan door woorden als huiverig en dromerig. Deze bijvoeglijke naamwoorden zijn afgeleid van een werkwoordstam op -er (huiver) en een zelfstandig naamwoord op -er (dromer). De taalgebruikers doorzagen huiverig en dromerig in de loop van de tijd niet meer en trokken de -er bij de uitgang -ig.

Zo ontstond het achtervoegsel -erig, waarmee nieuwe woorden werden afgeleid, zoals beverig en weelderig, terwijl bevig en weeldig ook hadden gekund. Hierdoor gebeurde het ook dat naast een al bestaande afleiding op -ig een nieuwe afleiding op -erig ontstond. De afleiding op -erig kreeg dan vaak een negatievere gevoelswaarde dan de al bestaande afleiding op -ig. Zo is bloederig ‘gruwelijker’ dan bloedig en is houterig negatief en figuurlijk, terwijl houtig neutraal en letterlijk is.

Klik op het tabblad ‘Voorbeelden’ voor meer voorbeelden van bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -ig en -erig.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail

Voorbeelden van bijvoeglijke naamwoorden op -erig:

  • artistiekerig: ‘nep-artistiek’
  • bloederig: ‘waar veel bloed aan te pas komt’, ‘gruwelijk’ (‘een bloederig verhaal’)
  • boekerig: ‘zoals in boeken voorkomt’; boekerige taal: ‘niet-natuurlijk taalgebruik, niet zoals mensen echt spreken’
  • blufferig: ‘opschepperig’
  • brallerig: ‘(te snel) geneigd tot brallen’
  • brommerig: ‘nors, ontevreden’
  • frikkerig: ‘(een beetje) zoals een frik’
  • katterig: ‘gammel’, ‘een kater hebbend’
  • kleverig: ‘licht klevend’
  • pedanterig: ‘enigszins/min of meer pedant’
  • vlekkerig: ‘vol vlekken, vuil, lelijk’

Voorbeelden van bijvoeglijke naamwoorden op -ig:

  • antiekig: ‘een beetje lijkend op antiek’
  • baardig: ‘een baard hebbend’
  • bangig: ‘een beetje bang’
  • bevallig: ‘elegant’
  • blauwig: ‘een soort van blauw’
  • bloedig: ‘met veel bloedvergieten’, ‘met erg veel inspanning’ (‘ergens bloedig op studeren’)
  • boekig: ‘zoals in boeken voorkomt’, boekige taal: niet-natuurlijk taalgebruik (niet zoals mensen echt spreken)
  • happig: ‘begerig, gretig’
  • hoekig: ‘met veel hoeken’; ‘stug, ongemakkelijk’
  • kattig: ‘snibbig, vinnig’
  • sproetig: ‘sproeten hebbend’
  • treiterig: ‘(te sterk) geneigd tot treiteren’
  • vieraderig: ‘vier aderen hebbend’
  • zoetsappig: ‘flauw, slap’

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!