Wat is juist: eropaf komen, erop af komen of erop afkomen?
Erop afkomen is juist. Afkomen (op) (‘naar iets toe gaan, erdoor aangelokt worden’) is een samengesteld werkwoord; het wordt in alle woordenboeken aaneengeschreven. Omdat af bij komen hoort, mag het niet aan erop worden vast geschreven in erop afkomen. Juist is daarom ook: ‘Zij kwamen erop af als vliegen op een pot stroop.’ Af is ook hier niet vrij om zich te binden aan erop; het hoort immers bij kwamen.
Hetzelfde geldt voor erop afgaan, erop afstormen en erop afsturen. Meer voorbeelden:
- Ik ben er meteen op afgegaan.
- Je zult zien dat er veel mensen op afkomen.
- Zag je hoe ze erop afstormden?
- Ik had kunnen weten dat ze jou erop af zouden sturen.
Eropaf kan ook los voorkomen. Bijvoorbeeld: ‘Ze riep: “Eropaf!”’ Daarin staat geen werkwoord waarmee af één geheel vormt; af kan daarom aan erop vast worden geschreven.