Taalkundig gezien zijn er twee mogelijkheden:

  • Met ‘Nederlandse vrouwen zijn de langste van de wereld’ zeg je dat Nederlandse vrouwen de langste vróúwen van de wereld zijn.
  • ‘Nederlandse vrouwen zijn de langsten van de wereld’ betekent dat ze de langste persónen van de wereld zijn (en dat ze dus ook langer zijn dan alle mannen).

Het ligt het meest voor de hand om aan te nemen dat het hier om de langste vróúwen van de wereld gaat; dan is dus langste juist.

Hoe zit het nu precies? Een bijvoeglijk naamwoord dat betrekking heeft op personen (niet op zaken) kan in sommige gevallen een n krijgen. Het onderscheid dat de meeste taaladviesboeken maken, is als volgt:

  • Bijvoeglijk gebruik: géén n.
    Van bijvoeglijk gebruik is sprake als achter het bijvoeglijk naamwoord (in dit geval langste) een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de voorafgaande zin in te vullen is. Dat is in bovenstaande zin mogelijk: ‘Nederlandse vrouwen zijn de langste vrouwen van de wereld’ is een goede zin.
  • Zelfstandig gebruik: wél een n.
    Als achter het bijvoeglijk naamwoord geen zelfstandig naamwoord uit dezelfde context kan worden ingevuld (of althans niet zonder dat de betekenis verandert), is er sprake van zelfstandig gebruik. In dat geval kan doorgaans wel het algemene woord mensen of personen worden ingevuld; dat is vaak een ezelsbruggetje om te bepalen of de n geschreven moet worden. In de voorbeeldzin van hierboven zou dat worden: ‘Nederlandse vrouwen zijn de langste mensen/personen van de wereld.’

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!