Wanneer is beide goed en wanneer beiden?
Beide is goed als het hoort bij het zelfstandig naamwoord dat er vlak achter staat. Beiden kan alleen gebruikt worden om naar personen te verwijzen. Er staat dan geen zelfstandig naamwoord achter.
Wanneer beide?
Beide is goed als het hoort bij het zelfstandig naamwoord dat er vlak achter staat. Het maakt dan niet uit of dat zelfstandig naamwoord personen of zaken aanduidt.
- Ik heb beide kinderen naar school zien gaan.
- De beide bedrijven gingen verhuizen.
Beide (zonder -n dus) is ook juist als het slaat op een woord dat eerder in de tekst genoemd is en dat géén concrete personen aanduidt. Beide slaat dan op eerdergenoemde dingen, voorwerpen, zaken, instanties, organisaties, bedrijven of dieren.
- De bedrijven gingen beide verhuizen.
- De hamer en de beitel vielen beide naar beneden.
- Ik zocht mijn telefoon en mijn bril. Ik bleek beide op mijn werk te hebben laten liggen.
- De ondernemingsraad en de raad van bestuur kwamen beide tot de conclusie dat er iets moest gebeuren.
- De neushoorn en de berggorilla worden beide met uitsterven bedreigd.
Wanneer beiden?
Beiden is juist als het naar twee concrete personen verwijst én er geen zelfstandig naamwoord achter staat dat erbij hoort (met andere woorden: als het zelfstandig gebruikt is). De personen waar beiden naar verwijst, kunnen eerder in de zin genoemd zijn, maar dat hoeft niet.
- De jongens gaan beiden naar school.
- De minister en de rapper droegen beiden een spijkerbroek.
- Beiden vroegen hoe het met me ging.
- Ze vroegen beiden hoe het met me ging.
- De nieuwe buurvrouw vroeg ons beiden op de koffie.
- Ik heb jullie beiden gewaarschuwd.
Ook in de zinnen hieronder is beiden juist. Je zou kunnen twijfelen, omdat er een woord vlak achter beiden staat. Maar beiden hoort niet bij het woord erachter: het verwijst naar de twee personen die eerder in de zin zijn genoemd.
- Mijn vader en moeder zijn beiden huisarts.
- Hun zoon en dochter, beiden tieners, zijn fans van Twenty One Pilots.
Let op: beide is een speciaal geval, net als alle. Voor woorden als sommige, andere, enkele en weinige zijn de regels iets anders. Daarover is meer te lezen op een andere pagina.
Marlies en haar paard waren beide(n) ...
In combinaties waarin zowel een persoon als een zaak, instantie of dier wordt genoemd, is het meest te zeggen voor beide. Bijvoorbeeld: ‘De heer Jansen en de ondernemingsraad hebben beide een brief geschreven’ en ‘Marlies en haar paard waren beide zichtbaar nerveus.’ De beste oplossing is om hier te kiezen voor allebei of alle twee. Vaak kun je beide(n) trouwens ook prima weglaten.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!
Handig hulpmiddel: de Taal*maat
De Taal*maat Beide of beiden? is een stroomdiagram waarmee je kunt bepalen of beide of beiden goed is. Een handig hulpmiddel om de juiste vorm te kiezen!
Klik op het schema om het te vergroten: