Begroeiing is afgeleid van het werkwoord begroeien. Achter de stam begroei (het hele werkwoord zonder -en) wordt de uitgang -ing geplaatst: begroeiing. Als er twee i’s achter elkaar staan, is er geen trema nodig. (Zie ook de pagina over klinkerbotsing.)

Vergelijkbare gevallen:

  • eindigend op -aaiing: draaiing, uitzaaiing, verdraaiing, verfraaiing;
  • eindigend op -eiing: heiing, proefheiing, plaveiing;
  • eindigend op -oeiing: afvloeiing, beschoeiing, besproeiing, bevloeiing, uitroeiing, vergroeiing, vloeiing, volgroeiing;
  • eindigend op -ooiing: glooiing, mineraallooiing, ontplooiing, verstrooiing, voltooiing;
  • eindigend op -uiing: kruiing, opruiing, spuiing, vertuiing.

Hetzelfde verschijnsel doet zich voor bij woorden die op -ig eindigen, zoals:

  • eindigend op -aaiig: lawaaiig, haaiig;
  • eindigend op -eiig: heiig, kleiig, eeneiig, twee-eiig, drie-eiig, viereiig;
  • eindigend op -oeiig: broeiig, goeiig;
  • eindigend op -ooiig: klooiig, looiig;
  • eindigend op -uiig: buiig, uiig.

Let op: het is wel bemoeienis, niet bemoeiienis. Hierbij is achter de stam van het werkwoord (bemoei) het achtervoegsel -enis geplaatst.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!