Eenentwintigste-eeuws

Een telwoord en een zelfstandig naamwoord kunnen, vaak met een achtervoegsel zoals -s, -ig of -lijks, samen een bijvoeglijk naamwoord vormen. Voorbeelden:

  • tweede + hand = tweedehands
  • drie + jaar = driejarig of driejaarlijks
  • vijf + dag/dagen = vijfdaags
  • vierentwintig + karaat = vierentwintigkaraats
  • twee + ei = twee-eiig
  • eenentwintigste + eeuw = eenentwintigste-eeuws

Het streepje in eenentwintigste-eeuws en twee-eiig is verplicht om klinkerbotsing te voorkomen.

21e-eeuws

Als het getal als cijfer(s) wordt geschreven, komt er een streepje in de samenstelling:

  • 5-daags
  • 3-jarig, 3-jaarlijks
  • 24-karaats
  • 2e-hands
  • 2-eiig
  • 21e-eeuws

In plaats van 21e-eeuws kun je ook 21ste-eeuws schrijven.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Vroeg en laat

Je kunt woorden als negentiende-eeuws, twintigste-eeuws en eenentwintigste-eeuws nog specificeren met de toevoeging vroeg of laat. Die komt er dan aan vast, maar een streepje voor de leesbaarheid toevoegen mag ook:

  • laatnegentiende-eeuws, laat-negentiende-eeuws
  • vroegtwintigste-eeuws, vroeg-twintigste-eeuws
  • vroegeenentwintigste-eeuws, vroeg-eenentwintigste-eeuws

Als je het telwoord in cijfers schrijft, komt er in dit soort gevallen een streepje voor én na:

  • laat-19e-eeuws
  • vroeg-20e-eeuws
  • vroeg-21e-eeuws