Wat betekent ’m smeren en waar komt deze uitdrukking vandaan?
De uitdrukking ’m smeren betekent ‘ervandoor gaan’, ‘vluchten’, ‘maken dat je wegkomt’.
De herkomst van deze uitdrukking is niet helemaal duidelijk. Smeren betekent eigenlijk ‘met een vettige stof bestrijken’. Mogelijk kreeg het later ook de betekenis ‘ergens langs strijken’, waaruit ‘over de grond strijken’ ontstond. Dat werd dan weer toegepast op de voeten van iemand die er soepeltjes en stilletjes vandoor wilde gaan. Maar waar ’m in ’m smeren eigenlijk betrekking op heeft, blijft onduidelijk.
Een andere verklaring is dat ’m smeren oorspronkelijk ‘de voeten smeren (om stilletjes te kunnen weglopen)’ betekende. In het spreekwoordenboek van Harrebomée staat de volgende zeispreuk: ‘Hij vlugt niet, die wijkt, zei de boer, en hij smeerde zijne schoenen met hazevet.’ Dit wil zoveel zeggen als ‘Wie zich (tactisch) terugtrekt, vlucht niet, zei de boer, en hij ging er als een haas vandoor.’
Andere uitdrukkingen voor ‘ervandoor gaan’ zijn je biezen pakken en met de noorderzon vertrekken.
Als de gesmeerde bliksem
Ook in als de gesmeerde bliksem (‘zeer snel’) zit het werkwoord smeren in de betekenis ‘glad, soepel en dus extra snel maken door het met iets vettigs te bestrijken’. De bliksem is op zichzelf al iets wat zeer snel aan de hemel verschijnt. Die snelheid neemt nog toe als de bliksem ‘gesmeerd’ zou zijn. Als je iets als de bliksem moet doen, wordt er van je verwacht dat je er veel haast achter zet. Als je iets als de gesmeerde bliksem moet doen, moet je dus nóg sneller zijn.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!