Wint is een oud woord voor ‘haar’, dat al vele eeuwen niet meer voorkomt. Brauw betekent op zichzelf eigenlijk ook al ‘wenkbrauw’. Een wintbrauw was dus een ‘haar-wenkbrauw’.

Wint en brauw

De oorsprong van wint is waarschijnlijk een oeroud woord uendh of uondt, dat ‘haar, baard’ betekende. In de loop van de tijd werd wint onbekender. Het gevolg daarvan was dat de mensen wintbrauw ook niet meer goed begrepen. Tussen de dertiende en veertiende eeuw kwamen er daardoor allerlei varianten in gebruik voor wint-: wim-, wimp-, wijm-, wijnk-, winc-. Aan het begin van de vijftiende eeuw kwam wincbrauw al voor. Dat is het gebruikelijke woord gebleven, waarbij winc- nog veranderd is in wenk-.

Wenkbrauw is dus een geval van volksetymologie: de taalgebruikers herkenden wint- niet meer en gingen het vervolgens schrijven als een wél bekend woord (wenk-).

Brauw in wenkbrauw is verwant met het Griekse ophrus, dat ‘rand, wenkbrauw’ betekende. Ook het Engelse brow (‘voorhoofd’) is verwant met dit woord.

Wimper

Uit een van de varianten van wintbrauw is wimper ontstaan. Brauw werd gereduceerd tot -er, mogelijk mede onder invloed van het Duitse Wimper. Dat heeft dezelfde betekenis en oorsprong als het Nederlandse wimper: het is een verkorting van het Oudduitse wintbrawa.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag