Welke functie heeft ‘was’ in de vraag ‘Wat was uw naam’ als je een bestelling komt ophalen?
In deze vraag drukt het gebruik van de verleden tijd was beleefdheid uit. De directe vraag ‘Wat is uw naam?’ geldt namelijk als iets confronterender. Bovendien drukt het gebruik van was uit dat de ander haar of zijn naam al eens heeft opgegeven. Ook dit maakt ‘Wat was uw naam?’ beleefder dan ‘Wat is uw naam?’: de spreker drukt als het ware uit: we kennen u eigenlijk wel.
Sommige mensen vinden ‘Hoe was uw naam ook alweer?’ een rare vraag en reageren met ‘Mijn naam is nog steeds ...’ Die reactie gaat voorbij aan de beleefde bedoeling van deze vraag en is gebaseerd op de gedachte dat een verleden tijd altijd duidt op iets wat zich in het verleden heeft afgespeeld. Dat is niet het geval. Vergelijk ook deze zinnen:
1a. “Meneer, wij wilden betalen.”
1b. “Meneer, wij willen betalen.”
Zin 1a betekent doorgaans niet dat degene die de zin uitspreekt aanvankelijk wilde betalen maar zich heeft bedacht. De verleden tijd klinkt beleefder. Iets wat kan klinken als een bevel (“Wij willen betalen!”) wordt zo verzacht tot een verzoek.
Vergelijk ook:
2a. ‘Ik had graag dat je vanavond je kamer opruimde.’
2b. ‘Ik heb graag dat je vanavond je kamer opruimt.’
Zin 2a is een voorzichtiger uitspraak dan 2b. De ouder die 2b uitspreekt, komt autoritairder over dan de ouder die 2a uitspreekt.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!