In een mooie wollen jas is jas een zelfstandig naamwoord. Aan zo’n zelfstandig naamwoord kun je extra informatie toevoegen door er woorden als mooi en wollen voor te zetten. Dat zijn bijvoeglijke naamwoorden. Deze bijvoeglijke naamwoorden geven dan aan dat de jas de kenmerken heeft dat hij mooi is en dat hij van wol is.

In een mooie wollen jas geeft wollen een vaste eigenschap van de jas aan, namelijk: het materiaal waarvan de jas is gemaakt. Dat de jas mooi is, is een subjectieve eigenschap. Bijvoeglijke naamwoorden die een vaste eigenschap aangeven, staan dichter bij het zelfstandig naamwoord dan bijvoeglijke naamwoorden die een subjectieve of meer toevallige eigenschap aangeven. Het is bijvoorbeeld ook een dure wollen jas, een dikke wollen jas en een afgeprijsde wollen jas.

Heerlijke oude grijze wollen jas

Er zijn geen officiële regels voor de volgorde van de bijvoeglijke naamwoorden. Maar wie geen speciale nadruk wil geven op een bepaalde eigenschap of geen bijzondere betekenis wil uitdrukken, voegt de eigenschappen vaak automatisch volgens onderstaand patroon toe:

  • Materiaal: een wollen jas, een plastic bak
    Het dichtst bij het zelfstandig naamwoord staan bijvoeglijke naamwoorden die een materiaal aanduiden, zoals wollen en plastic.
  • Vorm of kleur: een grijze wollen jas, een vierkante plastic bak
    Iets verder naar links staan bijvoeglijke naamwoorden die een vorm of kleur aanduiden, zoals rond, vierkant, grijs en rood.
  • Leeftijd, omvang of afmeting: een oude grijze wollen jas, een enorme vierkante plastic bak
    Nog iets verder naar links staan bijvoorbeeld bijvoeglijke naamwoorden die een leeftijd, omvang of afmeting aanduiden, zoals jong, klein, groot en hard.
  • Mening of subjectief oordeel: een heerlijke oude grijze wollen jas, een lelijke enorme vierkante plastic bak
    Het verst naar links staan bijvoeglijke naamwoorden die een subjectief oordeel geven, zoals mooi, lelijk, vervelend en interessant.

Soms vallen bijvoeglijke naamwoorden min of meer in dezelfde categorie en maakt de volgorde minder uit:

  • een ronde grijze poef
  • een grijze ronde poef

Die gelijkwaardigheid kun je uitdrukken met een komma: een ronde, grijze poef of een grijze, ronde poef. Er klinkt dan een korte pauze tussen de woorden. (Lees meer op de pagina over komma tussen bijvoeglijke naamwoorden.)

Contrast verandert de volgorde

De volgorde van de bijvoeglijke naamwoorden kan verschuiven als iemand nadruk wil leggen op een bepaalde eigenschap (bijvoorbeeld het materiaal) of een contrast wil aanbrengen.

Het benadrukte of contrasterende woord schuift dan verder naar links dan je op grond van het hierboven beschreven patroon zou verwachten:

  • Wil je de plástic ronde bak of de hóúten ronde bak?

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag