Wat is goed: ‘Ze stonden versteld dat er zo veel werk was verzet’ of ‘Ze stonden verstelt dat er zo veel werk was verzet’?
In deze zin is versteld goed: ‘Ze stonden versteld dat er zo veel werk was verzet.’
In bijvoorbeeld ze stonden versteld, je staat er zeker versteld van en ik heb nog nooit zo versteld gestaan is versteld een bijvoeglijk naamwoord met de betekenis ‘verbaasd, verschrikt’. Het is van oorsprong het voltooid deelwoord van het werkwoord verstellen. Het voltooid deelwoord versteld eindigt op een d, omdat de verleden tijd verstelde een d bevat (zie ook de pagina over ’t kofschip).
Wanneer is verstelt wél goed?
Het werkwoord verstellen (met de vervoeging jij/hij verstelt - verstelde - hebt versteld) komt tegenwoordig vrijwel alleen voor in de betekenissen ‘een andere stand geven’ en ‘repareren’. Bijvoorbeeld:
- U verstelt de rugleuning van de stoel met de knop rechts.
- Ken jij nog iemand die zijn eigen kleding verstelt?
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!
Toch nog een vraag?
Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.
https://onzetaal.nl/taalloket/vraag-stellen