Als je middelbaar onderwijs en basisonderwijs korter wilt opschrijven, is middelbaar en basisonderwijs goed. Zo’n verkorting noem je een samentrekking. De lezer moet het woord onderwijs nu zelf invullen na middelbaar. Het woord onderwijs is samengetrokken.

De regel is dat je in een samentrekking een streepje zet op de plaats waar een déél van een woord is weggelaten. Een bekend voorbeeld is land- en tuinbouw: dat is een verkorting van landbouw en tuinbouw. Van de samenstelling landbouw is het tweede deel (bouw) weggelaten. Daarom moet je na land een weglatingsstreepje zetten.

Middelbaar en basisonderwijs

Als je een ‘los’ woord weglaat, dat dus geen deel uitmaakt van een samenstelling, mag je geen streepje zetten. Dat is het geval bij middelbaar en hoger onderwijs en ook bij middelbaar en basisonderwijs. Nu is een streepje na middelbaar niet juist, omdat middelbaar onderwijs uit losse woorden bestaat. Dat basisonderwijs wél één woord is, is geen bezwaar. Een vergelijkbaar voorbeeld is financieel en personeelsbeleid. Er komt geen streepje achter financieel, omdat financieel beleid uit twee losse woorden bestaat.

Basis- en middelbaar onderwijs

Als je wél een deel van een woord weglaat, moet je een streepje gebruiken. Bijvoorbeeld: een basis- en gevorderdentraining. Het streepje is hier goed omdat basistraining één woord is. Dat geldt ook voor basis- en middelbaar onderwijs: er komt een streepje na basis, omdat basisonderwijs één woord is. Vergelijkbaar is personeels- en financieel beleid.

Verkortingen als middelbaar en basisonderwijs en basis- en middelbaar onderwijs worden weleens ‘ongelijkwaardige samentrekkingen’ genoemd. Die term verwijst naar het feit dat er een woord wordt samengetrokken dat samen met het ene woord wél een samenstelling vormt, maar met het andere woord niet. Toch zijn deze samentrekkingen goed. Klik op het tabblad ‘Voorbeelden’ hierboven om meer voorbeelden te bekijken.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Meer voorbeelden van samentrekkingen zoals in middelbaar en basisonderwijs:

  • doorgaand en stadsverkeer
  • circulaire en energietransitie
  • Europees en wereldrecord
  • fiscaal en socialezekerheidsbeleid
  • industriële en handelsondernemingen
  • intensieve en spoedgevallenzorg
  • kleine en hoofdletters
  • langdurige versus spoedzorg
  • maritieme en offshoreactiviteiten
  • nationaal oftewel landskampioen
  • natuurlijke en rechtspersonen
  • olympisch en baanrecord
  • particuliere en overheidsinstellingen
  • provinciale en gemeentepolitiek
  • sociale, communicatieve en consultancyvaardigheden
  • sociale en persoonlijkheidskenmerken
  • zakelijke en privébankrekeningen

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!