We vormen bepaalde rangtelwoorden door de achtervoegsels -de en -ste aan een bepaald hoofdtelwoord te voegen: zevende, achtste. Uitzonderingen zijn één en drie: daarbij horen eerste en derde. In samengestelde rangtelwoorden ga je van het laatste deel uit: negenhonderdzevende, driehonderdachtste, honderdeneerste, duizendeneerste.

Honderdeneende en duizendeneende zijn dus uitzonderingen op die regel. Misschien klinkt honderdeneende ons niet zo gek in de oren omdat we op de basis- en middelbare school bij het rekenen met breuken ook spraken over drie eende (en niet van drie eerste).

Met en zonder ‘en’

Naast honderdeneende, honderdeneerste, duizendeneende en duizendeneerste zijn varianten zonder en correct: honderdeende, honderdeerste, duizendeende, duizendeerste.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!